Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXIV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 294]
| |
het eindelyk Algemeen wierd. De Kruisverheffing word op den 14. September geviert. Onder de regeering van Heraklius, beroofde Kosroes Koning van Persie de Stadt Jeruzalem, voerde dit gedeelteGa naar margenoot+ van 't waare Kruis weg 't welk de Keizerin Helena in deeze Stadt ter gedachtenisse van den Zaligmaker gelaaten had, en zond dit Gewyde Hout naar Persie, dat zyne Soldaten der Christenen Godt noemden. Na eenige Veldslagen, waarin de Koning van Persië geduurig overwonnen wierd, was de Keizer Heraklius zoo gelukkig het Kruishout weder te vinden. De Vorst geleidde het zelfs naar Jeruzalem; hy leide zyne Rykssieraaden af om zich voor 't Kruis te verootmoedigen; en zich onder den last van 't zelve met zyne Keizerlyke kleederen belemmert ziende, trok hy die uit. Hy lei het vervolgens op zyne schouderen, om het met te meer pracht en staatsie naar Kalvarië te brengen, van waar het was weggevoert geweest. De mirakelen bevestigden deezen gedenkwaardigen dag, en men stelde vervolgens het Feest van de Kruisherstelling in, 't welk nu noch onder den naam van Kruisverheffing geviert word. Nochtans vierde men lang te vooren een feest van den zelfden naam, 't welk men gelooft sedert des Keizers Konstantyns tyden ingestelt te zyn geweest. Hoe het ook zy, de wederwinning van 't Kruis vergoedde nochtans de schaade der Christenen niet, wegens het verlies van 't Oosten, 't welk het Mahometanendom, onder des Keizers Heraklius regeering met een wonderbaare snelte overheerde. Poictiers beroemt zich een gedeelte van 't waare Kruishout te bezitten. Radegond, Gemalin van Clotarius Koning van Vrankryk, verzorgde dit Hemelsch geschenk voor de Hoofdtkerk van gansch Poictou: Parys bezit mede een ander gedeelte van 't waare Kruis, en men viertGa naar voetnoot(a) het feest op den eersten Zondag van Augustus ter eere deezer bezitting onder den naam van Ontfanging van 't H: Kruis. Ga naar margenoot+ Het Roomsch Gewoonte-Boek geeft den Priester een voorschrift, hoedanig hy het teken van 't Kruis te maaken heeft. Hy moet deGa naar voetnoot(b) linker handt uitgestrekt onder de borst brengen, en wel acht geeven datze niet buitenGa naar voetnoot(c) 't bereik van 't Kruisteken zy; hy zal teffens waarneemen dat de vingers van deeze handt te zamen gevoegt zyn. De rechterhandt die het teken maaken moet, plaatst men gelyk de linker. De Priester zal het hoofdt recht ophouden: de handt insgelyks. De vingers van de handt moeten niet gebogen zyn. Men zal het teken aan 't voorhoofdt beginnen, afdaalende vervolgens tot voor de borst, van waar men van de linker tot de rechter schouder overgaat. Na het teken gemaakt te hebben, zal de Priester achtgeeven de rechter handt niet weder aan de borst noch aan den mondt te brengen, 't welk tegen het goed gebruik stryden zou. Aanstonds op het teken moet zich de rechter handt by de linker voegen. In openbaare en byzondere Godtsdienstigheden maakt men telkens veele kruistekenen. Onnoodig is 't hier meer van op te haalen, en wat de Kerkelyen aangaat, zy konnen van alles in de Gewoonte Boeken bericht vinden. De groote en kleine Kruissen worden opGa naar margenoot+ de volgende wyze ingewyt. Het nevens gaande AfbeeldzelGa naar voetnoot* vertoont de Inwying van 't groote Kruis. Men ziet 'er een Akolyt zeer ernstig bezig zyn om de kaerssen aan den voet van 't Kruis aan te steeken; de eerbiedige ernsthaftigheit van den Dienstdoenden Bisschop in een daar toe vervaerdigden Stoel gezeten, en de Bisschops staf in zyne handt hebbende, omringt van zyne Geestelykheit, geeft genoeg te kennen dat hy in deeze plechtigheit aandagtig is; Welke omstandigheden wy nu beschryven zullen:Ga naar voetnoot(d) De Celebrant of Dienst doende Bisschop moet met al zyne plechtelyke gewaaden aangedaan zyn; het Priesterlyk Hoofddekzel, de Albe, Gordel, Stool, 't wit Pluviaal, de enkele Myter, de Bisschops Staf enz. Dus uitgedost vertoont hy zich voor 't groote Kruis: een gedeelte der Geestelykheit heeft zich naar den Bisschop gewend. In zynen Zetel gezeten, voert hy een aanspraak over de uitmuntendheit van 't Kruis, aan welken voet men drie kaerssen ontsteekt. Deeze ontstoken zynde neemt de Bisschop zynen Myter af en doet een gebedt voor 't Kruis. De Litaniën volgen het Gebedt, | |
[pagina t.o. 294]
| |
N. 25.
CONSECRATION de la grande CROIX.
L' ENCENSEMENT des CROIX.
Le BATÊME de la CLOCHE.
BENEDICTION de la CLOCHE.
B. Picart sculp. dir. 1724.
On PARFUME la CLOCHE.
CONSECRATION d'une JMAGE.
| |
[pagina 295]
| |
en een Antiënna volgt op de Litaniën. Hy besprengt het Kruis met Wywater, vervolgens bewierookt hy het zelve, en na de bewierooking zet men boven op het Kruis en op de beide armen brandende kaerssen. Indien het Kruis zoo hoog is dat men 't niet bereiken kan,Ga naar voetnoot(a) zet men 'er een ladder by. Psalmen en gebeden maaken vervolgens het besluit. De Inwying van alle de Kruissen op openbaare plaatsen, kruiswegen of gemeene groote wegen eindigt eveneens. Wy zullen de Aanbidding van 't Kruis verschuiven tot de Paasch Feesten, 't welk men den Volke op den Heiligen Zaturdag vertoont. Ga naar margenoot+ Wat de kleine nieuw gemaakte Kruissen aangaat om in Processiën te worden gedraagen, en die men in de Kerken, Kapellen, op de Autaren, of in byzondere Huizen plaatst; wanneer een Priester eenige met verlof van zyn Bisschop zegenen zal, legt hy die op het Autaar ter zyden van 't Epistel op een kussen, en een waschkaers hebbende laaten aansteeken, verziet hy zich daar op van een Koorrok, en een Stool overeenkomende met de verwe van dien dag. Zynde verders indien 't wezen kan, van een Klerk met een Koorrok verzien, die het Wywatersvat en de Wyquast draagt, maakende het teken van 't Kruis, en verhaalende de gebeden met het onderwerp overeenkomende enz.Ga naar voetnoot(b) Nochtans staat noch aan te merken, dat het gebedt 't welk dient om een steene of metaale Kruis te zegenen, verschilt van de zegening die men over een Kruis van hout doet. Na de gebeden knielt de Priester voor het Kruis om het aan te bidden; en vervolgens zal hy 't kussen, gelyk mede de byzynde Geestelyken zullen doen. Het Kruis moet altoos op 't Autaar zyn. Het word voor den Patriarch en den Aartsbisschop gelyk voor den Paus gedraagen, met het Kruisbeeldt naar den Prelaat gewend. De Kruisdrager moet in een Klerks gewaadt zyn. De Prelaten draagen een Borstkruis 't welk aan een ketentje of zyd lint om hunnen hals hangt. Altoos zyn 'erGa naar voetnoot(c) eenige Reliquiën in dit Borstkruis, of een gedeelte van 't waare Kruis opgesloten. Het Borstkruis verstrekt voor de aloude sieraden van den Borstlap des Joodschen Hoogenpriesters. Het gebruik van dit Kruis meent men ingestelt te zyn omtrent het eindigen van de agtste of in den aanvang van de negende eeuw. De Patriarch van KonstantinopolenGa naar margenoot+ zond een goudt Reliquikasje in 't jaar 811. aan den Paus Leo den III. waarin een klein stukje van 't Kruishout lag. Dit heiligdom noemde men in 't Grieksch Encolpium, 't welk iet betekent 't geen men op de borst of boezem draagt. Dit gebruik is mogelyk afkomstig van de eerste Christenen, die, door Godsdienstigheit voor 't Kruis van Jesus Christus, het Afbeeldzel op de borst droegen, 't welk hun ten onderwerp van gedachtenisse by voorvallende gelegenheden verstrekte. Want zy sneden, by voorbeeldt, hun broodt kruisgewys, en deeze gewoonte was in de Kerke lang van duur: maar, zonder het de achting die de eerste Christenen voor 't Kruis van Jesus Christus hadden, toe te eigenen; zou het niet wel een overblyfzel van der aloude Romeinen gewoonte van hun broodt te snyden, konnen zyn geweest 't welk gelegenheit tot dit gezegdeGa naar voetnoot(d) heeft gegeeven? Op reis zynde, en zelfs door de Stadt gaande, droegen ze de Kruissen als een betuiging van Godsdienstige liefde die men aan onzen Heilandtschuldig was. Vervolgens bedienden zy zich niet dan van 't versierzel met kostelyke gesteentens verrykt, gelyk nu de Jufvrouwen de Diamante kruissen draagen. Men liet mede kruissen op Grafsteenen en den ingang der Kapellen houwen. Het Borstkruis moest gewyt en met Wywater gelyk als andere Kruissen, besprengt zyn. De Inwying der Kruissen is zeer oud, en heeft ten minsten voor het zevende Algemeene Concilie plaats gehad. Eenige Schryvers meenen dat het zedert de tweede eeuw in gebruik is geweest, en dat de eeden in rechtzaaken toen voor 't Kruis geschieden moesten; maar zonder schyn van waarheit, vermits toen de Kerk noch onder 't juk van 't Heidendom was. |
|