Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXVII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 265]
| |
naar den Paus geduurende deezen voorttogt, alhoewel het tegen 't gewoone gebruik van 't Roomsche Hof zy. De zelfde Onder-Diaken is 't, die op dien dag het Epistel moet zingen. Zyn Ampt is verkoopelyk; het kost drie duizend Ryksdaaldels en brengt agt ten hondert 's jaars op. Aan weerzyde van het Kruis onthouden zich twee roode roedraagende DeurwaardersGa naar voetnoot(a) met een grooten en langen violetten mantel omhangen die byna den grondt raakt. Na de Onderdiaken volgen de BiechtvadersGa naar voetnoot(b) van St. Pieter, de BisschoppenGa naar voetnoot(c), Aartsbisschoppen, Patriarchen, de GouverneurGa naar voetnoot(d) van Rome, de Kardinalen noodhelpende Diakenen ter zyden den Kardinaal-Diaken, die het Euanli zingen moet. Daar na komt de Kapitein der Zwitzersche Lyfwachten, eenige met hellebarden verzien, en andere met harnassen, houdende uitgetoogene slachtzwaarden in de handt. Tusschen de Lyfwachten plaatsen zich de Hoplieden en de Generaal der licht gewapende Ruiters, de Handhavers des Roomschen Volks, de Prinsen van den Troon, de Bloedverwanten van den Paus voor Prinsen verklaart, en de Afgezanten van gekroonde Hoofden. Vervolgens komt de Paus, en onmiddelyk daar na, zyn Hofmeester en Schenker, die van de Apostolische Protonorissen, de Klerken van de Kamer, de Generaals der Orde, en de Referendarissen gevolgt worden, nevens andere Personaadjes die in de Kapel hunne plaats vinden. Wanneer de Paus ongemytert naar de Kapel gaatGa naar voetnoot(e) 't welk hy gemeenlyk in de Vroegmetten, en in de Heilige week doet, volgt hy onmiddelyk het Kruis, gaande tusschen de twee oudste Kardinalen, waar na de anderen by paaren volgen: vervolgens de Gouverneur van Rome, de Patriarchen, Aartsbisschoppen en andere Prelaten, in hunne voorzittende orde en geheel anders als we hier voor hebben aangemerkt: te weeten, de aanzienelykste de eersten, daar die in de grootste praalstatiën de laatsten zyn, vermits het een gewoonte is, sedert een langen tydt onder de Geestelykheit van Rome ingevoert, van de laatste plaatsen als de waardigste den geenen af te staan, die de uitmuntenste waardigheden in den Kerkelyken Staat bekleeden. Wanneer men in de Paulina KapelGa naar margenoot+ komt, groet men den geenen die de Misdoen zal, en ter zyden van 't Epistel overeend staat, hebbende den rug naar 't Autaar gekeert; waar na een ieder zyne plaats neemende, men een kort Gebedt, geknielt zynde, doet, en vervolgens weder opstaat tot dat de Paus komt. Even eens doet men in St: Pieters Kerk, alwaar men de Kardinaal-Aartspriester groet, die zich aan 't hoofdt van 't Kapittel naby de deur van 't Koor plaatst. ’ Wanneer zyne Heiligheit niet tegenwoordig is, word'er een weinig onderscheid in deeze orde gevonden, 't welk wy den Leezer zullen voorstellen.Ga naar voetnoot(f) I. Men heeft geen Koorkleedt noch eenige ander versierzel aan: Nochtans gaan haare Eminentiën in de Kleerkamer met de Koorrokken sleujers gewys om den arm. II. | |
[pagina 266]
| |
De Biechtvaders enz. die anders het Kruis volgen moeten, gaan na den Paus. III. De Kardinalen volgen ommiddelyk het kruis enz. Wanneer zyne Heiligheit in andere Kerken gaat Kapel houden, verschilt de voorttogt niet volgens 't geen wy gezegt hebben. Men gaat dan in de zelfde orde uit de Kleerkamer naar de Kerk, alwaar men 't allereerst Godt zyn hart opoffert voor het gewyde lichaam van Jesus Christus 't welk op het Autaar is. Men volgt insgelyks de zelfde orde, wanneer het Hoofdt der strydende Kerke zich tot een voorbeeldt van ootmoedigheit in de Kapel van Sixtus stelt, laatende zich derwaarts in een draagstoel draagen: want indien hy 'er op andere dagen te voet gaat, is 't een dag alleen bestemt om voornamentlyker weder tot Godt te keeren, gelyk in de Vaste enz. geschied, of wanneer, als reeds is gezegt, zyne Heyligheit als dan boete doet. De Paus gaat dan leunende op twee Kardinalen. Een Protonaris houd hem van vooren de franjes van het Koorkleedt op, en indien 'er een Prins is, moet hy den sleep van dit gewyd gewaadt nadraagen. |
|