V. Hoofdtstuk.
Hoedanig zich het Geestelyk Rechtsgebiedt van den Paus uitstrekt.
WY zullen om zoo te zeggen een onderscheiding van den Paus, het hoofdt der Kerke en Bisschop, tusschen den Paus als waereldyk Vorst maaken. Na vervolgens een denkbelt van de Plechtigheden van 't Conclave en des zelfs kuiperyen gegeeven te hebben, die de Kardinalen om een verkiesbaar Persoon tot het Pauschap te verheffen, in 't werk stellen, (waar in het blykbaar is hoe de H. Geest de stilzwygenheit bewaart) en wy zullen dan van de Plechtigheden der aanbidding, van 's Pausen krooning, van de bezitneeming enz. spreeken. Vervolgens zullen we overgaan tot de Plechtgebruiken die de Stedehouder van Jesus Christus waarneemt, en als eerste Vorst der Kerke laat waarneemen. Wy zullen verder al het overige tot de Burgerlyke Plechtigheden verschuiven. Deeze die het gewyde Genootschap tot de Pausselyke waardigheit verheft, neemt als opvolger van St. PieterGa naar voetnoot(b) de aller verhevenste plaats van mogentheit en van fortuin in, waar toe de schranderheit een man in den Kerkelyken staat ooit brengen kan.
Ga naar margenoot+ I. De Paus verleent Bullen tot de inwying en bevestiging van Aarts-Bisschoppen en Bisschoppen die in de Christenheit worden gevonden. Deeze zyn, indien men een Schryver geloven mag die zegt in dienst van een volstrekt Pauschap geweest te zyn, in 't getal van 627.Ga naar voetnoot(c) Zonder die geene te rekenen die men Aartsbisschoppen en Bisschoppen in Partibus infidelium noemt. ‘Men vind voegt hy 'er by, in de afhankelykheit deezer Aartsbisschoppen en Bisschoppen 17200. Kerspels, 9500. Mannen Kloosters, 2400. Vrouwen Kloosters, 3700. Mannen Abdyen, en 1000. Vrouwen Abdyen. ‘Het gevolg 't geen hy hier uittrekt is, dat schoon men maar agt of negen Personen in ieder Genootschap, Klooster en Abdy telt, vind de Paus ten minsten drie hondert duisent Geestelyken of gewyde Persoonen in zynen dienst en aan zyne belangen verbonden, die waarlyk al te zamen het heerschend PausschapGa naar voetnoot(a) zeer ontzachelyk maaken.
II. De Kardinalen, die ten getalle van 70.Ga naar margenoot+ tegenwoordig den Kerkelyken Raadt uitmaaken,Ga naar voetnoot(b) waren eertyds niet dan Diakenen, aan wien men de zorg had aanvertrouwt, liefde omtrent de Armen in de Roomsche Wyken te oeffenen; waarom zy ook Diaconi Regionarii werden genoemt, en als zy deze Armen in zekere Kerken hunner Wyken vergaderen lieten, namen ze den naam en tytel deezer Kerken aan. Men begon hen onder het Pauschap van Silvester KardinalenGa naar voetnoot* te noemen. Vervolgens werd dit Ampt veel aanzienlyker, en allenks is het tot deezen staat opgeklommen, waar in het nu bevonden word: overzulks, het lang de vergelding der geenen is geweest, die de Kerk en zyne Heiligheit wel gediend hadden. De Vorsten zelf geloofden zich niet te verminderen leden van 't Genootschap der Kardinalen te worden. De Paus gaf somtyds deeze waardigheit aan Onderdanen der Koningen, als een teken zyner Vaderlyke
genegenheit: maar 't stond niet dan aan eenige van zyne Geestelyke kinderen tot het Kardinaalschap be-Ga naar voetnoot(d)Ga naar voetnoot(e)