III. Hoofdtstuk.
Van het Concilie, en waar uit het bestaat.
Ga naar margenoot+ Het ConcilieGa naar voetnoot(a) is een Vergadering die het lichaam der algemeene Kerke verbeeldt. Men geeft mede den naam van Concilie aan de Landschaps en Volks Vergaderingen der Geestelykheit, die nochtans niet dan een gedeelte der Kerke verbeelden. Het Concilie bestaat uit Kerkelyke Gevolmachtigden van de Heerschende Staaten des Christendoms, verbeeldende hunnen Landaart, en zelfs uitGa naar voetnoot(b) andere Prelaten, Godtgeleerden, enz. der byzondere Kerken, te zamen in een openbaare plaats vergadert, met het recht van onbelemmert aan de verbetering der Zeden en de Godtgeleertheit te arbeiden, nevens de herstelling der Kerkelyke tucht, enz. Deeze Vergadering heeft de macht over Prelaten, Kardinalen en zelf den Paus te vonnissen. Het Concilie kan mede de een en anderen afzetten, wanneer 'er den Godtsdienst belang in vind. Eindelyk kan deeze Vergadering door haareGa naar voetnoot(c) Opperhoofdigheit de onrechtmatige onderneemingen der Pausen stremmen, die hen aangaande de Geloofszaaken de Kerk oplegt, en die hen voor Scheurmakers en Ketters verklaart, indien ze iet tegen het Geloof onderneemen, 't welk meermaals voor hen ongemeen schadelyk is geweest. Tot getuige deezer Waarheit verstrekken de Conciliën te Pisa, Konstans en Basel gehouden.
Wat de Plechtigheden van de beroepingGa naar margenoot+ van 't Concilie aangaat, vermits 'er sedert dat van Trente geen Vergadering is geweest, zullen wy die na de orde beschryven, volgens het geen Fars Paolo in de Historie van dit laatste bericht. Hy zegt dat 'er niet het minste krakkeel noch verhindering was, wegens den rang en voorzitting der Prelaten enz. als of men 'er niet dan overGa naar voetnoot(d) Burgerlyke zaaken te handelen had; dat de Vaders van 't Concilie verzochten dat de plaats van de zitting met tapyten behangen
wierd, zonder dat waare het te duchten dat het Concilie mogte aangezien worden als een Vergadering van Arbeiders en Handwerkslieden. Paus Paulus de III. gaf een Bul om het Concilie te beroepen en een andere om het te openen. Deeze Bullen wierden 'er geleezen en in de eerste
| |
zitting te boek gestelt.Ga naar voetnoot(a) Op den dag van de opening, de Legaten en Bisschoppen in hun prachtig gewaadt verscheenen, van hunne Godtgeleerden, van de Trentynsche Geestelykheit en het Volk verzelt, gingen in Omgang naar de Hoofdtkerk. De eerste Legaat zong de Mis van den H: Geest. Vervolgens deeden de Legaaten uit den naam van zyne Heiligheit een redenvoering, waar door zy, na de oorzaak der beroeping van 't Concilie te hebben aangeweezen, de Vaders vermaanden zich van alle driften en onzydigheit te ontslaan; om rechtmatig te oordeelen; om geen ander oogwit van ander belang te hebben, dan de eere Godts en 't welzyn der Kerke: (hoedanigheden die schynen licht verkreegen te worden, wanneer men ze door den weg van beschouwing aanmerkt; maar waarlyk zeer moeielyk in de uitvoering.) Na deeze redenvoering wierp men zich op de kniën, deed een gansch stil gebedt, en de Voorzitter herhaalde vervolgens
het gebedt 't welk met de woordenGa naar voetnoot(b) Adsumus Domine Sancte Spiritus begint. De LitaniënGa naar voetnoot* wierden gezongen, de Diaken las het Euangeli, si peccaverit frater tuus; en het Veni Creator gezongen hebbende, gingen de Vaders volgens hunnen rang zitten. De Voorzitter verkondigde de Instelling en vraagende of het hun behaagde dat het Heilig en Algemeen Concilie (van Trente) ter eere Godts enz. een aanvang nam; antwoordden de Vaders volgens orde, placet (het behaagt ons;) als eerstelyk de Legaten, vervolgens de Bisschoppen en andere Vaders, waarvan de Beamptschryvers een openbaar geschrift opstelden. Eindelyk zong men het Te Deum, en de Legaten na de eerste zitting weder by een
komende, droeg men het Kruis vooruit, van de Vaders verzelt, die hun prachtgewaaden hadden afgelegt; en dus vervolgde men de plechtigheden der andere Zittingen. Wie nu verder wilde grondig onderricht zyn, hoedanig het Roomsche Hof de orde, en de gesteltheit van plaats en zittingen in zodanig een Algemeen Concilie beschikt, kan breeder hier van in 't Roomsch Gewoonte BoekGa naar voetnoot(c) alle deeze plechtigheden naslaan. Wy zullen ons vernoegen aan te merken, dat de Zaal, waarin de Vergadering gehouden word, altoos moet welvoegelyk geordent zyn; dat indien 'er de Paus verschynt, zynen Troon bequaamelyk moet geplaatst wezen. Met moet zorg draagen dat ter rechter en linker zyde van den Troon, twee stoelen voor de medehelpende Diakenen geplaatst worden. Indien de Keizer zich in 'tGa naar margenoot+ Concilie vinden liet, plaatste hy zichGa naar voetnoot(d) naby den Paus en aan zyne rechter zyde: maar zodanig dat hy de Opperhoofdigheit van zyne Heiligheit erkende; by voorbeeldt, vermits zyne Zetel niet meer dan de voetbankGa naar voetnoot(e) van den Bisschop der Bisschoppen verheven was: en deeze eer word enkelyk aan zyne Keizerlyke Majesteit vergunt, want de Zetels der Koningen die het Concilie bywoonen verschillen zeer weinig van die der Kardinalen. Ook moet deeze Zaal van eenGa naar voetnoot(f) Autaar om de Mis te bedienen verzien zyn, en onder de Tafel van 't Autaar eenige Reliquiën der Heiligen. 't Is aan dit Autaar dat men de Zegen van den H: Geest over deeze Geestelyke Kerkvergadering afsmeekt.
Het Roomsch Ceremoniaal wyst ons de orde en rang der geenen aan die in 't Concilie overweegende stemmen hebben; te weeten:
| |
1. | De Paus, als Hoofdt der Christen Kerke. |
2. | Het Genootschap der Kardinalen. |
3. | De Patriarchen. |
4. | De Primaten. |
5. | De Aartsbisschoppen. |
6. | De Bisschoppen. |
7. | De Abten. |
8. | De Generaals van de Orde der Geestelyken. |
Deeze maaken gezamentlyk, als reeds is gezegt, eigentlyk het Concilie uit. De Leeraars, Godtgeleerden enz. woonen de Vergadering niet by, dan als raadgevers of om de Vaders door hunne Geleertheit behulpzaam te zyn.
|
-
margenoot+
- Hoedanig een macht zich de Conciliën aanmaatigen.
-
voetnoot(a)
- Dat men hier deeze die men Occumenique of algemeene Vergadering noemt, verstaat.
-
voetnoot(b)
- Men moet tusschen de Vaders van het Concilie en de Godtgeleerden, Afgezanten, enz. een onderscheid maaken; by voorbeeldt: in Januari van 't Jaar 1546. waren 'er te Trente 43 Vaders en behalven deezen 20 Godtgeleerden. Vervolgens had men 'er omtrent 60 Vaders. In de derde zitting waren 'er meer dan 200. Deeze Vaders maakten eigentlyk gezegt, het Concilie uit. 't Staat aan ons niet te onderzoeken of men 't den tytel van Occumenique of Algemeen, aan eenigen die gezeten hebben geeven moet; en of dit Concilie vry of niet vry was, enz. Het Concilie van Konstans was mede een Algemeen Concilie; nademaal, zoo den Heer Lenfant in de Voorrede van zyne Historie zegt, ‘men 'er had dertig Kardinalen, veertig Patriarchen, twintig Aartsbisschoppen, omtrent hondert en vyftig Bisschoppen, meer dan hondert Abten, veertien Auditeurs de Rota, meer als hondert en vyftig andere Prelaten, insgelyks zoo veel Generaals der Orde als Priors, van verscheiden plaatsen gezonden, en meer dan twee hondert Godtgeleerden had.’ Het schynt ons toe, dat een Concilie zich eenigermaate de tytel van Algemeen toeëigenen kan, wanneer men alle de Christen Mogentheden noodigt, om 'er hunne Gevolmachtigden te zenden, zulks men eenstemming over 't onderzoek der Leere en Zeden arbeide, met belofte van in hun onderzoek niet gehindert te zullen
worden.
-
voetnoot(c)
- De Overalpische Volkeren, die getrouwer Dienaars van den Paus dan de overige Christenen zyn, gelooven dat het Concilie geen meer gazag heeft dan het zyne Heiligheit behaagt daar aan te geeven: Zy willen dat de Paus alleen het recht heeft van het te beroepen, en zy trachten zich dits te maaken, dat de Besluiter van de Paus het gezag van een Algemeen Concilie hebben. Casalius een Romeinsch Prelaat, en bygevolg een yveraar voor den Pausen, tracht in zyn Latynsch Boek van de Plechtigheden der aloude Christenen te bewyzen, dat de Keizers nooit het recht gehad hebben Concilien zonder 't gezag van den Paus te beroepen. Hem ontbreeken geene Italiaansche schranderheden, waar mede hy tracht den Ongodtvruchtigen Calvyn, (zoo hy zegt) die het tegendeel staande houd, te wederleggen. Zie de volgende Aanmerking.
-
margenoot+
- Met welk een plechtigheit de zitting verzelt ging.
-
voetnoot(d)
- In de eerste tyden der Kerke, vergaderde men zonder eenige plechtigheit, naardien alleen de H Geest in deeze Vergaderingen heerschte, en dat de liefde in allen deelen het menschelyk oogmerk bezat. Eigenbelang en eerzucht stoop 'er vervolgens in. De Geleerdsten, of de Vermogenste door het aanzien van hunne Stadt of waardigheit hunner Kerken wilden de Vergadering bestieren, de te verhandelen Stoffen voorstellen en de gevoelens inneemen. Wanneer de Kerk t'eenemaal zekerder wierd en dat de Godtsdienst zich onder de Waereldlyke Mogentheit vond beschermt, ontstonden in de Leer en Kerketucht zwarigheden, die de algemeene rust verstoorden, veroorzaakt door den Hoogmoedt der Geestelykheit, 't welk de Vorsten en Overheden noodzaakten zich met deeze Vergaderingen te bemoeien. Zy beriepen ze volgens 't recht van Staatsregeering en als hun Hoofdt zynde. Zy woonden deeze Vergaderingen by, beraamden haare geregeldheit, stelden 'er voor en gaven zelfs hun oordeel over de verschillen die onder hun ontstonden, laatende echter aan de Vergadering de beslechting van de voornaamste geschillen die het onderwerp van de byeenkomst weren. Dit alles word door de Handelingen van veel Conciliën getoont. Men wist toen van geen voorafgaande zaaken, noch plechtigheden, en men guaam aanstonds ter zaake. Zie, Fra Paolo Hist. du Conc. de Trent. L. 2.
-
voetnoot(a)
- Voor dat de eerste zitting haaren aanvang neemt, beveelt het Roomsch Ceremoniaal 1 Boek. Pag. 61. 't Jaar 1516. gedrukt, een Vaste van drie dagen. Indien zyne Heiligheit het Concilie zelfs bywoont, begeeven zich omgangsgewyze de Paus, de Vaders van 't Concilie en de Geestelykheit der Stadt in hun plechtgewaadt naar de Zaal van de Vergadering. Zyne Heiligheit of een ander Prelaat zingt by de opening van de zitting de Mis van den H. Geest, waar na de Kardinalen, en vervolgens de andere Vaders van 't Concilie, alle cierlyk gekleedt, de Paus groeten. Men zingt dan gemeenlyk in de andere zittingen geene plechtelyke Mis. Zyne Heiligheit hoort een byzondere Mis, waarna hy zich in 't Concilie begeeft, met een rood misgewaadt aan, en een kostelyk versierde myter op 't hoofdt. De Paus doet een redenvoering aan de Vergadering voor het Autaar, en plaatst zich vervolgens op zynen Troon: alsdan doen hem de Kardinalen de pantoffelfs aan de voeten, en men zegt quam dilecta &c. 't welk een Psalm-vers is.
-
voetnoot(b)
- De Paus is 't die dit opheft, wanneer hy in 't Concilie is. Door dit schoon en Heilig Gebedt, verzoekt men spoedige bystandt van den H. Geest: men bid hem dat het hem behaage de voorneemens van 't Concilie te geleiden en te bestieren, de Vaders de vereischte oordeelen in te geeven, van hun de Geest van ontroereuisse en tweedracht af te weeren; niet te gedoogen dat een verhaastende onkunde de Vaders mogte doen dwaalen, noch zich door geschenken laaten omzetten, noch door aanzien van Persoonen overhaalen.
-
voetnoot*
- [Litaniën worden eigentlyk de gebeden genoemt, die meest op plechtelyke boet-en bededagen of by een Algemeene drygende noodt gezongen worden. Deeze Litaniën waren in de eerste tyden der Christen Kerke eenvoudig en kort: maar toen vervolgens allerlei lechtigheden in de Kerk insloopen, wierdenze mede de Litaniën ingelyft, zulks men 'er niet alleen voor Mogentheden en allerlei Staten wegens afweering van alle noodt en aansagen bad: maar wat meer is, een wytloopig register van veelerlei slag van Heiligen instanste. Du Fresne II. 2. Georg. Greg. Francisci Diss. de Litaniis.]
-
margenoot+
- Schikking en rang in de Conciliën aangemerkt.
-
voetnoot(d)
- Alsdan maaken de twee byzittende Raaden plaats, en gaan tegen over zyne Heiligheit zitten.
-
voetnoot(e)
-
Locus ubi sedet Imperator non sit altior loco ubi tenet pedes Pontifex.
-
voetnoot(f)
-
Altare cum Cruce & Sacra Eucharistia sive reliquiis Sanctorum.
|