Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXXI. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 140]
| |
Gordel te draagen, die hun het hart van de benedenste lichaamsdeelen afzondert. Het hart moet geen acht slaan op 't geen laager en elders voorvalt. In het morgen gebedt moet een kindt zeggen, Gezegent zy Godt die Israël met sterkte omgord heeft. Indien hy by geval zynen Gordel vergeet, word het gebedt vruchteloos gedaan. Dus is 't dat de meest verschillende gewoontens in den Godtsdienst ontaarden. Ga naar margenoot+ De Jooden onderwyzen vroegtydig hunne kinderen in de leeroeffening der Wet en de geheele Schriftuur. Men leert hen Godts naam niet uit te spreeken dan met onzag, hunne vrienden en meerderen te eeren, en wel geregelt de geboden der Synagoge waar te neemen. Ga naar margenoot+ Op het dertiende jaar en een dagGa naar voetnoot(a) is een jongeling meerderjaarig geacht. Hy begint alsdan voor zyn eigen rekening te zondigen; want te vooren zondigde hy voor die van den Vader. De meerderjarigheit word in 't byzyn van tien Jooden verklaart. De Vader doet een verhaal wegens de zorge tot dus verre voor zyn Zoon gedraagen, en eindigt met een verklaring dat hy zich van alle onrechtvaerdigheden van den jongeling ontlast. De getuigen bekrachtigen de Verklaring; waar na de Vader alsdan een gebedt doet. Agttien jaaren bereikt hebbende mag denGa naar margenoot+ meerderjarige trouwen, vermits dit na de twintig jaaren niet welvoegzaam is. Men vervroegt somtyds deeze agttien jaaren voor den geenen in wien de sterkte het getal deezer jaaren niet afwacht; en waarvan men voor ontydige ongeregeldheden beducht is. Alhoewel deeze voorzorge betamelyk zy, echter kan men niet verzekert zyn datze altoos wel uitvalt. |
|