Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 138]
| |
zyn zelfs eenige Zuidelyke LandenGa naar voetnoot(a) alwaar de vrouwen genoodzaakt zyn een zekere soort van Besnydenisse te ondergaan, om zich van eenige ongemakken te bevryden. Ga naar margenoot+ De Plechtigheit van de Besnydenisse is, volgens Godts behaagen, een teken van Verbondt geworden, met den Jooden opgerecht. Zy is het af beeldzel van de reinigheit des harte, zonder welke de Dienst aan het Opperwezen verricht niet zou konnen bestaan. Voor dat we van deeze Plechtigheit een beschryving doen, zullen we 't geen by den arbeidt der zwangere vrouwen voorvalt, tot op haare baaring en vervolgens de Besnydenisse inzien. Geduurende den arbeidt en vooral wanneer 'er gevaar is,Ga naar voetnoot(b) word een Rabbyn geroepen en verzocht de lezing van eenige Psalmen te doen, en een gebedt voor die in baarensarbeidt zit. De vreugde is ongemeen, wanneer 'er een knechtje word gebaart; maar maatiger, als 't een dochter is. Men wenscht de Vader geluk, men doet geloften, men drinkt op de gezondheit van den nieuw geboorene, en men vervaerdigt vervolgens alles tot de inlyving in 't Jodendom tegen den agtsten dag,Ga naar voetnoot(c) door middel der Besnydenisse. 's Daags te vooren verdubbelt men de vreugde. Men gaat de Kraamvrouw bezoeken, die als dan in staat is het woelende vreugde bedryf van 't gezelschap te konnen verdraagen. Alle de genoodigden moeten ten minsten dertien jaaren bereikt hebben. Op den bestemden dag laat men den Besnyder komen. Het is aan de vrouwen niet toegelaaten zich deeze behandeling te onderwinden, nademaal zy het teken van 't Jodendom ontbeeren; en alles 't geen men zoude konnen doen aan haar deeze afsnyding van den voorhuidt in te willigen, zoude het moeten zyn, wanneer men daar toe geen mannen had om de uitvoering te voltrekken: en behalven dar moest men t'eenemaal van haare bequaamheit en ervaarenheit verzeekert zyn. Ga naar margenoot+ Men verkiest dan bequaame en ervaaren mannen in de oeffening deezer Besnydenis. De bediening van Besnyder bezit men niet amptsgewyze voor altoos:Ga naar voetnoot(d) maar zyn lange en scherpe nagel van den duim is een merkteken waar aan men die geenen kennen kan die werkelyk deeze bediening bekleedt. De Plechtigheit van de Besnydenis en de daar toe dienende werktuigen worden in de nevenstaande Afbeelding vertoont. Een stuk glas, een mes van steen, of een scheermes konnen tot deeze uitvoering dienen: maar de hedendaagsche Jooden gebruiken gemeenelyk een scheermes. Men moet het kindt 't welk men Besnyden wil voor af in een klein badt stoven, en wel zorg draagen dat het zindelyk gebaakert zy, en het beddegoed zuiver en schoon.Ga naar voetnoot(e) Indien het by geval zich quam te bevuilen, zoude men genoodzaakt zyn het voor de Besnydenis weder te verschoonen. De Gevader houd het kindt op zyne kniën, in een beugelstoel gezeten, waar nevens een andere stoel moet leedig staan,Ga naar voetnoot(f) aldaar geplaatst ter eere van den Profeet Elias. Men zingtGa naar voetnoot(g) een toepasselyke Lofzang, terwyl den trem van 't plechtgebruik aankomt. d'Een draagt een kandelaar, verzien van twaalf waskaerssen verbeeldende de twaalf geslachten Israëls; twee andere persoonen hebben ieder een kelk met roodenwyn; een vierde houd het scheermes in de handt; een vyfde de schotel met zant.Ga naar voetnoot(h) In dit zant is 't waar in den Besnyder de Voorhuit werpt. Men laat die den Duivel over met het zant, op dat men de vervloeking vervulle tegen de Slang in deeze woorden begreepen: Gy zult het stof eeten, enz. Andere zeggen met eenige schynbaarheit van reden, dat dit afgesneden deel in 't zant geworpen, een zinnebeeldelyk afbeeldzel is van de eindelooze voorspoedt den Jooden belooft, en waar van gezegt is, dat ze als het zant der Zee zouden zyn; eindelyk komt 'er een die de schotel brengt met oly, 't plukzel, enz. verzien. Men vervolgt te zingen, verwachtende de komst van de Meeter die niet binnen de kamerdeur treedt, dan wanneer de Besnydenis is volbragt. Waar na men deeze Plechtigheit voldongen acht, zodanig als in het ne- | |
[pagina *11]
| |
INSTRUMENS qui servent à la CIRCONCISION.
No. 10. A. Petit Cofre où sont les noms de tous les Membres de la Synagogue d'où l'on tire au sort les noms de sept personnes destineés à porter et à lire la loi. Ce petit Cofre êst divisé en quatre, parties, la premiere marqueé 1. contient les noms des Levites. 2. est pour metre les noms des Levites à mesure quils ont lû. 3. les noms de tous les autres Membres de la Synagogue. 4. place pour mettre les noms de ceux d'entre ces derniers qui ont deja lû. B. sepher tora, ou le Rouleau de la Loi ouvert. C. Le Rouleau de la Loi fermé & entouré d'un ruban fort large. D. Le Rouleau de la Loi avec ses ornemens. E. rimonim Ornement d'argent à Sonnettes qui se met aux deux extremitez d'enhaut du Rouleau. F. Touche qui sert à guider celui qui lit. | |
[pagina *13]
| |
No 11
La CIRCONCISION des JUIFS PORTUGAIS. A. Le Pere de l' Enfant. B. La Mere dans une autre chambre, avec la Marraine car les femmes Juives, n'assistent pas a cette Ceremonie. NB. celles qu'on voit ici, sont des Chretiennes. C. Le Parrain tenant l'Enfant, sur ses genoux, pendant l'operation. D. Un Siege vuide pour le Prophete Elie. E. Le Moèl, ou celui qui fait la fonction de Circoncire. F. Le Rabin, un Parent, ou un Ami, tenant la Coupe.
Le RACHAT, du PREMIER NÉ.
A. Un Sacerdotte, ou descendant de la Famille d'Aron, emportant l' Enfant. B. Le Pere ôfrant de l'argent, pour le Racheter. C. La Mere de l' Enfant. D. La Sage Femme. E. La Nourrice, Les autres sont des Parens, et Amis, invitez a cette Ceremonie. B. Picart, delinearit, 1722. | |
[pagina 139]
| |
venstaande Afbeeldzel word vertoont. Vermits Leon de Modena dit uitdrukkelyk genoeg beschreeven heeft, is 'er voor ons byna niets overig om 'er by te voegen. Wanneer de wondt van de besnydenis gezuivert en verbonden is, dankt de Vader, Godt, en bid hem het Kindt te zegenen. Insgelyks voegt 'er het gansche gezelschap het hunne toe; waarna de Besnyder mede een gebedt voor den jongen besnedenen doet, na zich de handen gewasschen te hebben, en een dronk wyn genomen enz. zodanig als Leon de ModenaGa naar voetnoot(a) het heeft verklaart. De Besnydenis van een ziek kindt stelt men tot de geneezing uit: naardien men zonder de Besnydenis geen Joodt kan zyn, eveneens, gelyk men ook geen volkomen Christen zonder den Doop wezen kan. Indien dan het kindt zonder de Besnydenisse sterft, snyden echter de schroomelyke Jooden den overledenen voor de begraving de voorhuidt weg en geeven hem een naam, opdat zyne vrienden hem by de opstanding weder benaaderen konnen. In eenige Landen moet de geheele Vergadering geduurende de plechtigheit van de Besnydenis staan, behalven de Peter die alleen gezeten is. Eenig onderscheid is 'er in de Zegening die men den nieuwelyk besnedenen onechte kinderen geeft; want men gelooft hen een gedeelte der Zegeningen onwaardig te zyn die men over de Echtelingen gewoon is uit te spreeken. Daar zyn somtyds kinderen die als besneeden gebooren worden; nochtans geeft men ze een lichte insnyding, om ten minsten een weinig bloedt uit het vereischte deel te doen vloeien. Het is met deeze plechtigheit als met alle anderen gelegen. Zy verkrygen ongemerkt een onbepaaldelyk gezag, 't welk byna in wreedheit ontaardt, en die eindelyk de plaats van deugdt en Godtsdienst inneemen. |
|