Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 122]
| |
No 7
L' EXAMEN du LEVAIN &c. A. La Maitresse de la maison, qui met du PAIN LEVÉ en divers endroits, afin que son Mari qui en fait la recherche en trouve.
Dessiné d'apres nature et gravé par B. Picart 1725.
Le REPAS de PAQUES. chez les JUIFS PORTUGAIS. 1. Le Plat, ou êst un Os d'Epaule d'Agneau, avec un Oeuf dur. 2. Plat ou sont les Herbes Ameres. 3. Plat de Figues, Pommes Amandes Canelle &c. hacheés et cuites ensemble, representant la matiere dont ils faisoient les Briques en Egipte. 4. Plat avec la Sauce pour tremper les Herbes Ameres. 5. Moitié du Gateau des Levites, dont le Pere de Famille rompt des morceaux, qu'il distribuë à tous ceux qui sont à table. NB. tous les Domestiques Juifs sont a la même Table, avec lui. 6. Serviette, sous laquelle le Gateau a êté caché. 7. Panier ou sont les Matsot, ou Pain de Paques. | |
[pagina 123]
| |
geheel gescheiden, en dat het aan de katten en muizen gedoogt zy van deeze stukjes deeg te eeten, indien die ter aarde vallen; dat hy door Godtvruchtige vermaningen den geenen die arbeiden aanmoedige. Ga naar margenoot+ De kneeder van het deeg, neemt 'er een stuk van tot een koek die hy verbrand. Deeze koek was onder het Oude Testament voor 't recht van den Hoogenpriester. Men moet mede wel acht geeven, niet te kneeden in een plaats door de Zon bescheenen, en dat men het deeg geduurig beweege, op dat het niet aan 't gisten raake. De Ongezuurde brooden zyn plat, gemeenlyk rond, laf van smaak en vol van gaten: maar de ryke Jooden, en lekkermonden die zich hier toe niet willen overgeeven, mengen eieren en suikeer onder dit kommerlyk voedzel en tranen broodt. Men verbrand plechtelyk al het Zuurdeeg 't geen men in 't naaukeurig nazoeken, heeft konnen vinden, en men verbrand zelf het vaatwerk 't welk daar toe gedient heeft. Deeze verrichting is op een Schriftuurplaats van Exodus 12. vers 10. gegrondt. Ga naar margenoot+ De Tafel waaraan men zich plaatst om 't Paasche te houden word door de vrouwen bereid en gedekt. De Vader des Huisgegezins gaat 'er met zyne kinderen en huisgenoten aanzitten. Op deeze tafel vind men Ongezuurde Brooden; een overdekte schotel, waarin drie koeken van verborgenheit zyn, een voor den Hoogenpriester, de andere voor de Leviten, en de derde voor het volk: als ook het schouderbeen van een Lam, of ten minsten een gedeelte van 't been.Ga naar voetnoot(a) Wanneer de schouder geheel tot deeze plechtigheit dient, word 'er een hardtgekookt ei by gelegt. Men voegt 'er een tafelgerecht by, verbeeldende een tigchelsteen waaraan hunne Voorvaders eertyds in Egipte moesten arbeiden. Dit is een dikachtig deeg, bereid uit Appelen, Amandelen, Nooten, Vygen enz. 't welk zy in wyn laaten kooken, en met gebroken Kaneel bereiden, om het stroo te verbeelden 't welk in het mengsel der tigchelsteenen quam. Een andere schotel werd verzien van Latuw, zeker kruitgewas, Kers, wilde Suikery, en Pieterselie. Dienende dit voor de bittere kruiden, waarby mede de azyn werd gezet. Ga naar margenoot+ Men moetGa naar voetnoot(b) met een gebaerde van haast aan de tafel gaan zitten. Na de inwying van Paasche, schenkt men aan al het gezelschap een glas wyn, men geeft 'er zelfs den kinderen in de wieg van. Men wascht de handen voor en na de inwying. De Huisvader moet aan de tafel in een armstoel gezeten zyn, leunende met de linker elleboog op de tafel, gelyk mede de gasten doen. 't Is een soort van vryheit die zy zich aanmatigen, om die van hunne Vaders verkreegen, uit Egipte trekkende, aan te wyzen. Het glas wyn ledig zynde, doopt ieder een weinig van de gemelde bittere kruiden in den azyn, terwyl de Meester van den huize een gebedt doet, overeenkomende met de omstandigheit van dit plechtgebruik. Vervolgens breekt hy de koek der Leviten in twee stukken, verbergt een deezer stukken onder zyn handdoek, om te kennen te geeven hoe zich eertyds de Israëliten behelpen moesten, verbergende met haast hun ongehevelt broodt; hy neemt dan het ander stuk, en het om hoog met de schouder van 't Lam houdende: zegt hy tot zyn Huisgezin, 't welk mede de handt aan deeze tafelgerechten moet slaan: ziet het broodt van elende en ver drukking, 't welk onze Vaders in Egipte gegeeten hebben: dat hy die honger heeft nadere en eete. Dit is de offerhande van 't Paaschlam, enz. Men zet vervolgens de Lamsschouder weder op de tafel, men schenkt een andere beker in om te drinken: maar zet de korf of schotel met koeken ter zyde af.Ga naar voetnoot(c) Deeze schouder verbeeldt, zeggen de Jooden, de Machtige arm des Heeren, die hun van de verdrukking der Egiptenaren heeft verlost. De Vader des Huisgezins laat na deeze Plechtigheit een Lofzang zingen; zynde een Godtvrucht verhaal van de wonderdaadige verlossinge hunner Voorvaderen. Een jong kindt heft het gezang op, en 't is medeGa naar voetnoot(d) belast eenige vraagen over de Plechtigheden van Paasche te doen, die de Huisvader als dan verklaart, geevende van ieder verborgenheit reden. Wanneer men ter plaatse van 't gezang gekomen is, alwaar van de tien plaagen gesproken word, die over Egipte quamen, laatenze met den vinger een weinig wyn uit het glas storten. Dit betekent als of ze zeggen wilden, dat deeze plaagen van ons geweert worden. Alsdan verhoogenze de stem, die zy te vooren zachter hadden laaten hooren, leegen hun glas en vervolgen hun gezang. De meester van den huize wascht dan andermaal zyne handen, naardien hy beducht is dat ze bemorst mogten geworden zyn, sedert hy aan de tafel is | |
[pagina 124]
| |
geweest; vervolgens neemt hy een der koeken, breekt die na de zelve gewyt te hebben, en dient ze den geenen om die aan de tafel zyn. De andere koeken laat hy ongeschonden, nademaal men in dee zen nacht van traanen en bekommernisse, zich genoegen moest met een stuk broodt. Dit broodt en de bittere kruiden moet men dan met het toebereide deeg eeten, waar na men het LamGa naar voetnoot(a) aantast. De maaltydt byna gedaan zynde, neemt de Huisvader de helft van de koek, die hy onder den handtdoek verborgen had, eet 'er een weinig van, en breekt het overige in kleine stukjes voor zyn Huisgezin.Ga naar voetnoot(b) Als dan gedoogt men niet dat 'er meer gegeeten word: maar men drinkt een derde en een vierde kelk wyn. Op den vierden dronk, de Meester het glas neemende, bid Godt, dat hy zyne toorn over de volkeren uitstorte die hem niet kennen.Ga naar voetnoot(c) Deeze vier ryzen die men om te drinken inschenkt, zyn vier verborgenheden. De Rabbynen hebben zorgvuldig deeze banden uitgereikt, zoo bequaam om het volk in verwondering en eerbiedt te houden. Ga naar margenoot+ Verscheiden verschilligheden vindmen over het Paasch-vieren onder de aloude en hedendaagsche Jooden.Ga naar voetnoot(d) I. Eertyds at men het Lam gebraaden; sedert de vernietiging der offerhanden, die aan Godt niet mogten opgeoffert worden dan binnen Jeruzalem, braade men het eene gedeelte en kookte het ander deel, of wel een klein gedeelte van 'tLam, 't welk voldeed, om dat men de offerhande niet volbrengen kon. II. Het gebrek van de offerhande noodzaakt hen nu eenige Lofzangen af te schaffen die opzicht op het Paaschlam hadden. III. De verstrooying der Jooden verplicht hen mede Godt om de herstelling van Jeruzalem, den Tempel en de offerhanden te bidden, en dat hy hun voortaan verlosse, als eertyds hunne Voorvaderen van de Egiptische Slaverny verlost zyn. IV. De hedendaagsche Jooden eindigen hunne maaltydt met het ongezuurde broodt, in de plaats dat men die eertyds met het Lam eindigde. V. Men laat nu het Paaschlam te eeten na, zyne lendenen te omgorden, een staf te neemen, en zich te ontschoenen, 't geen onder de aloude Wet in gebruik was; maar echter neemt men de neederigheit en de aandacht waar, die zy aan deeze Godtsdienstige Plechtigheit verschuldigt zyn. Men laat het hoofdt geduurende de maaltydt hangen, en de Jooden die uitneemende Godtvruchtig zyn, steeken niets in den mondt, zonder met eerbied aan de verborgenheit der zaak te denken. De Jooden noemen de vyftig dagen, die men van Paasche tot Pinxter telt, Homers dagen; wordende de reden van deezen naam Homer gevonden in Leviticus 23. vs. 10. en volgende. Op den Pinxterdag leest men de offerhande, als mede de Historie van Ruth, vermits 'er veel van den oogst gesproken word. Men onthaalt zich met lekkernyen, waar in melk gebruikt word, die zy voor 't zinnebeeldt van de Wet neemen, wegens haare zoetigheit en wittighet; en alzoo de Jooden zich beroemen zoo veel zy konnen, over spreekende en gevoelyke afbeeldzelen van 't geen het aamerkelykste by den oorsprong van hunnen Godtsdienst gebeurt is, verzuimt men niet op de tafel, geduurende het Pinxterfeest, gedient te zyn, van een tamelyke dikke koek, die men de Koek van Sinaï noemt. Deeze koek doet hun weder aan den Berg gedenken, waar op Godt eertyds deGa naar margenoot+ Wet gaf. Dit nu is wel het voornaamste 't geen wegens dit Feest te zeggen valt, op het geen 'er Leon de Modena van geschreeven heeft. Eertyds noemde men 't het Oogst Feest, naardien men toen de eerste graanen en eerste Landtvruchten offerde. Dit was wel het oogmerk deezer Plechtigheit: maar dit kon in Europa geen plaats hebben, alwaar de oogst veel laater dan op Pinxter komt. Deeze naam was eigen in 't Landt Kanaän, in Arabië en omtrent de Roode Zee. Zekere instellingen, en zelfs de Godtsdienstigste, hebben in hunnen oorsprong van tyden, plaatsen en eenige andere omstandigheden afhankelyk geweest. Deeze van zodanig een soort zynde, moesten ongevoellyk vernietigt worden: nochtans oeffenen de menschen die zeer getrouwelyk, zelfs wanneer ze t' eenemaal onnut geworden zyn. Men ziet 'er die door hunne onnutbaarheit bespottelyk zyn geworden: maar men wil ze nochtans tot 's waereldts hoogen ouderdom handhaven. De Hoogduitsche Jooden vercieren op Pinxter hunne kandelaars, lampen, spreekplaats en Hechal met welriekende bloemen en kruiden. De Portugeesche Jooden deeden dit mede eertyds, en in Italië is 't onder hun noch in gebruik. | |
[pagina t.o. 125]
| |
No 8
PROCESSION des PALMES chez les JUIFS PORTUGAIS.
B. Picart delinearit 1724.
REPAS des JUIFS pendant la FÊTE des TENTES. |
|