Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 119]
| |
sen of Maanzwymingen aangaat, eenige bygeloovigen beelden zich noch in, dat ze van een quaad voorteeken zyn: maar de Jooden zyn nu van deeze zotterny meest geneezen; voornamentlyk die onder de Christenen leeven. Ga naar margenoot+ De Maandt Elul komt met Augustus overeen. De aller Godtsdientigste brengen die met boetoeffeningen door. Zy overdenken al hun voorgaande gedrag, en neemen voortaan een vast besluit in het toekomende beter te leeven. Deeze boetoeffening verstrekt tot een voorbereiding tot het aanstaande Nieuw Jaar.Ga naar voetnoot(a) de Italiaansche Jooden staan in de gansche maandt Elul voor den dag op, om hunne gebeden op te zeggen en voor Godt hunne belydenis en boetoeffening te volbrengen: maar de Hoogduitsche genoegen zich dit vier dagen voor 't Nieuwe Jaar te doen. Zoo dra men in de Maandt Elul getreeden is, blaast men 's avonds en 's morgens in de Synagoge opGa naar margenoot+ den Hoorn. Twee redenen zyn voor dit gebruik. MosesGa naar voetnoot(b) anderwerf 's morgens op den eersten dag van Elul op den Berg Sinaï geklommen, om van Godts handt de nieuwe Tafelen der Wet t' ontfangen, quam eerst den 10den van Tisri weer te rug, de dag waarop men het Verzoenfeest viert. Hy beval toen, zeggenze, dat men in 't Leger der Israëliten, terwyl hy op den Berg klom, op den Hoorn blazen zoude, op dat men niet meer zeide: wy weeten niet 't geen aan Moses gebeurt zy enz. Het geluid van den Hoorn verwekt in 't hart van den zondaar de vrees der Oordeelen Godts, en beweegt het tot boetoeffening. Men gelooft medeGa naar voetnoot(c) dat het geluid van den Hoorn de Duivel doof maakt en hem vergeeten doet, dat het nieuwe Jaar aanstaande is, 't geen hem buiten staat stelt zich in 't Oordeel tegen de Jooden aan te kanten. Men laat dan ondertusschen het hoornblaazen 's daags voor 't nieuwe Jaar na, en men viert het Feest van de Maan in Tisri niet meer, zynde de eerste Maandt van 't Jaar: of men verschuift het ten minsten tot na den Verzoendag. De Boetoeffeningen van de Maandt ElulGa naar margenoot+ bestaan, zich in koud water te dompelen, zyne misdaaden te belyden, zich in 't water met krachtige vuistslagen op de borst te slaan, en zich de tuchtGa naar voetnoot(d) te ondergaan. Deeze die waare zorg voor de besnydenisse hunner harten draagen, en zich t'eenemaal, gepaart met Aalmoezen, aan de gestrengheit hunner boetoeffening overgeeven, zeggen 's daags voor Nieuw Jaar alle de gebeden nuchteren op.Ga naar voetnoot(e) De boetoeffenaars laaten zich voorstaan dat Godt met hun overeenkomt, ten minsten een groot gedeelte hunner misdaaden te vergeeven. Men gelooft niet onder de Jooden, als onder de Protestante Christenen, dat men met alle berouw en leetwezen echter noch een onnutte knecht is: maar in tegendeel beelden zy zich in, dat hunne berouwwerkingen zeer verdienstiglyk zyn. |
|