Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijIX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 117]
| |
Synagogue des Juifs Portugais à la Haye.
No 5 A. Les PRÊTRES descendans d'ARON donnant la BENEDICTION au PEUPLE.
Dessiné d'apres nature, et gravé par B. Picart, 1725.
Maniere d'EXPOSER la LOY au PEUPLE, avant que de commencer à la LIRE. | |
[pagina 117]
| |
baar is, en als zodanig vergolden word; want het betuigt de begeerte die men om Godt te behaagen heeft, zich t'eenemaal verlustigende. Die geen die zoo gelukkig zyn, zich van deezen Sabbats arbeidt met eenige vrucht bekroont te zien, houden zich verzeekert dat ze een uitverkorene van 't Joodsch geloof, een kindt van genade, een leerling volleert in wysheit, ter waereldt voortbrengen, en dit zekerlyk worden zal: maar noodig is 'tGa naar voetnoot(a) dat hart en ziel zich tot Godt opheffen, en in de opheffing zich handhaven, terwyl de huwelyks huldiging zich onderling vinden laat. Ga naar margenoot+ De gebeden en zegeningen van den Sabbat zyn talryker dan die van de week. Men moet bekennen dat ze in 't algemeen goed en stichtelyk zyn, indien 'er niet al vry wat Pharizeeusche hoogmoedt onder liep. De Jooden danken Godt dat hy hun van andere volkeren afzonderende, bewaart en verkooren heeft met uitsluiting van alle anderen. Hunne gebeden gaan met deeze uitzondering gemeenlyk verzelt, en eenige verneederingen die zy waanen voor Godt te doen, zien zy aan als verre boven het overige van 't menschdom te waardeeren. Ga naar margenoot+ De grootste plechtigheit van den Sabbat isGa naar voetnoot(b) dat men de Wet den volke vertoont. De ChazanGa naar voetnoot(c) voert deeze verrichting uit, en zegt tot de Vergadering: Zie de Wet, die Moses voor de kinderen Israëls heeft opgestelt, de Wet Godts is volmaakt enz. Na die getoont te hebben, legt hy ze op de lessenaar, en roept zeven persoonenGa naar voetnoot(d) uit de Vergadering om de lezing van dien dag te doen. De Cohen of Priester leest als eerste, hier op volgt een Liviet, en vervolgens hebben de anderen hun beurt.Ga naar voetnoot(e) Een agtste persoon leest eenige Schriftuurplaatsen uit de Profeten getrokken, en deeze lezing word Haphtara genoemt. Een ieder word tot deeze lezing toegelaaten, behalven de vrouwen. Na de lezing heft de Chazan het Wetboek weder op en geeft den zegen aan 't volk. Men sluit vervolgens het Wetboek weg, en herhaalt de gebeden. Ga naar margenoot+ Men predikt op den Sabbat en andere vierdagen. De Predikatiën worden in de gemeene taal gedaan: maar men haalt in 't Hebreeuwsch de Bybeltexten en Schriftgeleerden van de Wet aan. Deeze Predikatiën zyn somtyds met noodelooze aanhaalingen bevracht; Insgelyks met veele duistere denkbeelden, en veel gerucht en beweeging verzelt, om een moeielyke warrede uit te drukken vol van gissingen, die dikmaals het vermogen van den Leerraar en de waarde van zyne Predikatie te kennen geeven. Dit alles moet men aan de ongemanierde leeroeffening toeschryven die zich de Rabbynen verkooren hebben. Op den SabbatdagGa naar voetnoot(f) offent men medeGa naar margenoot+ een soort van Lykgedachtenisse, of wel een gebedt voor de dooden. Men verricht alsdan offerhanden en milddaadigheden. Verstandige en vroome Jooden hebben ons verzekert dat deeze gewoonte enkelyk staatkundig is en by hun niet anders ingevoert zy, dan om genot te trekken van de ydele hoogmoedt der ryke en voornaame Jooden, die genegen zyn in deeze gelegentheden zich milddaadig aan te stellen; zynde dit een strik waarmede vervolgens de bygelovigheden worden vastgeknoopt. Na de avondt-gebeden word anderwerf de zegening uitgesproken, en de Jooden danken Godt gezamentlyk. Alles 't geen vervolgens de Godtsdienstige oeffening betreft meet men van den Sabbatdag en de volgende week onderscheiden, en word Habdalla genoemt. Alhoewel LeonGa naar margenoot+ de Modena deeze Habdalla hier voor beschreeven heeft,Ga naar voetnoot(g) echter zullenwe die volgens Buxtorf nu anderwerf beschryven, die de gebruiklykheden bericht, door de Hoogduitsche Jooden onderhouden. De vader van den huize voert deeze plechtigheit staande uit, en zulks in 't byzyn zyner gezin en huisgenooten. Men ontsteekt een toorts of lamp, en men heeft een wierrookvat voor zich. De kostelykste reukmiddelen zyn voor de Habdalla in gebruik. De huisvader neemt dan een glas vol bier of wyn in de rechter handt, en zegt overluid: Godt is myne behouder, ik zal niets vreezen enz. Alle heil komt van Godt; ik zal de Heilkelk neemen enz. Vervolgens zegent hy den wyn en in den aanvang van de zegening stort hy 'er een weinig van voor zich uit. De zegening gedaan zynde, neemt hy het glas in de linker en het reukwerk in de rechter handt. Hy zegent het reukwerk, ruikt het en laat het vervolgens den omstanders ruiken: waar na hy het glas weder in de rechter handt neemt, en de toorts naderende naaukeurig de na- | |
[pagina 118]
| |
gels van zyne linker handt beschouwt. De vingers van de handt moeten naar binnenwaarts gebogen zyn: maar hy strekt ze eerlang daarna weder uit, beschouwende andermaal de nagels van deeze handt by 't licht, en spreekt een derde zegening uit, waarmede hy Godt den Schepper des lichts zegent. Hy oeffent de zelfde plechtigheit aan de rechter handt en eindigt met het glas in de zelve handt te neemen, zegenende Godt, die het Heilige van 't onheilige, het licht van de duisternis, de Jooden van andere volkeren en de Sabbat van de andere dagen in de week onderscheiden heeft. Dit gezegt hebbende en de Zegening herhaalt, stort hy een weinig wyn uit, drinks 'er eenige druppels van, en langt het glas vervolgens aan 't gezelschap over. De Jooden brengen de reden van deeze plechtigheit t'huis, over de scheiding die Godt van 't licht met de duisternis maakte, en om dat Godt hun, Leviticus 10. vers 10. geboden heeft, 't geen Heilig is van het onheilige te scheiden. Eindelyk verbeeldt deeze plechtigheit de onderscheiding die Godt tusschen hun en andere volkeren gestelt heeft, die ten opzicht van hun onheilig zyn. Het reukwerk 't geen men op 't eindigen van den Sabbat ruikt, en wanner men de Hardalla verricht, dient om de quaade lucht van de hel te verdryven, waarvan alsdan de deur open staat, om 'er de verdoemde zielen weder in te laaten.Ga naar voetnoot(a) Dit is wel het gevoelen der Hoogduitsche: maar eenige verstandige Portugeesche Jooden zeggen met een beter oorded, dat het licht en de goede reuk, zinnebeelden van de Wet zyn, die Godt den Jooden heeft gegeeven, enGa naar voetnoot(b) van de Heiligheit die men nooit, in den omslag zyner handeling, afleggen moet. Wat de nagels aangaat, men beschouwt ze als het beeltenis van vruchtbaarheit, naardien ze zeer schielyk wassen, of als het denkbeeldt van kracht. Verscheiden andere redenen die men van dit onderzoek der nagels geeft, zyn noch beuzelachtiger dan de twee eersten. De uitstorting van den gezegenden wyn, verbeeldt den overvloedt die men zich door zynen arbeidt belooft. Eenige Jooden wryven 'er zich de oogen mede, en geloven dat het een voornaam geneesmiddel is om het gezicht te versterken. Anderen dienen 'er zich van als de Roomschgezinden van 't gezegent of wywater, en besproeyen 'er de huizen, bedden, wiegen, en kleine kinderen mede, insgelyks alles 't geen voor des Satans versmaadheit kan blootgestelt worden. |
|