Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 108]
| |
noemt. Ieder koordt van den Zizith heeft vyf knoopen, wegens de vyf Boeken Moses. Zich kleedende moet dit stof voor en achter afhangen, want een oprechte Joodt moet van de bevelen der Wet, als met een borstweering, verzien en omringt zyn. Om tot andere Leenspreuken over te gaan;Ga naar voetnoot(a) de Joodt 's morgens zich kleedende, moet zeggen; Godt zy gezegent, die ons door zyne Wet geheiligt heeft, en ons bevolen de Zizith aan te trekken. Deeze zegening moet gesproken worden de Zizith aanziende, en eindigen voor dat die om 't lyf gehangen is. Daar zyn 'er die dezelve kussen, de zegen uitsprekende. De Zizith sluit de 613. bevelen der Wet in.Ga naar voetnoot(b) Dus hebben de Geleerden onder de Jooden de moeiten genomen die op te tellen. Zulks het volstrekt noodig is altoos met den Zizith bedekt te zyn en de aandacht daar over waar te neemen; want een Joodt die over dit artykel naaukeurig is, neemt in den zelven tydt de 613. bevelen waar, en het gevolg is klaar. Wy wyzen den Lezer naar BuxtorfGa naar voetnoot(c), die de bewyzen wegens de kracht van den Zizith bybrengt, uit de Rabbynsche Schryvers getrokken. Ga naar margenoot+ Leon de Modena heeft naaukeurig van de Teffilins geschreeven, die de Grieken Phylacteres hebben genoemt. 't Is een zeer Heilige zaak by de Jooden, en waarvan men de instelling tot den tydt van Moses wil t'huis brengen, vermits hy tot den Volke zegt: Gy zult deeze woorden voor tekenen om uwe handen binden. Zy zullen u als hoofdt spanzels tusschen uwe oogen zyn. Gy zult ze op de posten uwer poorten schryven. Ga naar margenoot+ De Teffilin van den arm word eerst gezet, en vervolgens die van 't hoofdt: maar in tegendeel word die van 't hoofdt eerst weggenomen, en alsdan die van den arm. De inkt die dient, om 't geen in de Teffilins word ingesloten, te schryven, moet zuiver en zwart zyn. De letters moeten van elkander wel worden onderscheiden. Men moet de Schriftuurplaats van de rechter handt af schryven. Men moet in 't geschrift geen doorhaaling dulden. Met een woordt, indien 'er eenig gebrek aan deeze Teffilins gevonden wierd, zoude het gebedt van den gebruiker krachteloos zyn, en Godt hem niet verhooren. Men gebruikt gemeenlyk de Teffilins 's morgens, opstaande, naardien de Geest alsdan vryer is en men zich beter in staat bevind zonder afweiding te bidden. Indien by ongeval de Teffilin van den arm of't voorhoofdt valt, moeten de Joodt, die dit overkomt en de bystander (indien hy een Joodt zy) den geheelen dag vasten. Wanneer men zyn gevoeg moet doen, moet de Teffilin vier elleboogen verre van zich gelegt worden, of, indien 't niet anders wezen kan, moet men die in een gevoerde zak steeken, en plaatsen voor de borst recht voor 't hart. Ook moet men zich wachten die op een begraving by zich te hebben. Deeze Teffilins zyn voor de vrouwen ongeoorloft, vermits zy zekere zwakheden onderworpen zyn; behalven dat hebben de Geleerden goed gevonden, dat zy konnen voldoen met amen op de gebeden haarer mannen te zeggen. Jooden van eene ongemeene Godtsdienstigheit, hebben somtyds de aandacht van de Teffilins tot in het bruiloftsbedt gebragt: een wys en verstandig middel, om en bedryf te heiligen alwaar de Heiligheit zeer weinig plaats schynt te hebben, en alwaar de bestendigste Godtvruchtigheit gevaar leid van in vreemde verstrooing van gedachten te vallen. De MezuzaGa naar voetnoot(d) is door den Rabbyn Leon Ga naar margenoot+ de Modena beschreeven. De SynagogeGa naar voetnoot(e) heeft 'er geen, vermits het een bestemde plaats is voor het openbaar gebedt, en alwaar men zyn gewoon verblyf niet heeft. Het perkement van de Mezuza, waar op de Schriftuur plaats geschreeven is, moet van 't einde der regel naar den aanvang opgerolt worden, zulks men leeze naar maate dat men het perkement openrolt; en wanneer men 't in de houte buis steekt, zegent men Godt, die de Mezuza aan zyn volk bevolen heeft. Men moet 'er ook op letten of ze besmet is. Wanneer men verhuist, is het gebruik, dat men die in 't huis, waar uit men vertrekt achterlaat; wantGa naar voetnoot(f) zonder dat zou 'er de Duivel zekerlyk inkomen: doch een Christen in 't huis komende te woonen, gebruikt men deeze voorzorg niet; maar dan neemt men de Mezuza weg. |
|