Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
(1727)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijVI. Hoofdstuk.
| |
[pagina 64]
| |
zen, schryven en stellen de reden te samen door een enkele gewoonte, en voor al de Hoogduitschen. Ga naar margenoot+ Men laat vervolgens de jongelingen eenige uitleggers van den Bybel leezen; alsGa naar voetnoot(a) Rabi Salomon, en eenige beknopte tempelpligten en gewoontens der Rabbynen, gelykGa naar voetnoot(b) Rabenu Mosé en anderen. Deeze Boeken alle zonder punten gedrukt, welke punten en stippen de vocalen of klinkers van Consonanten of medeklinkers zyn, en wyders de spreekwyzen die met deeze van den Bybel zeer verschillende zyn, en niet dan door gewoonte konnenGa naar voetnoot(c) geleert en verstaan worden, zyn zeer moeielyk. De Jongelingen die van een goed vernuft zyn, gaan onmiddelyk tot de Misnah over, en tot de stoffe in den Talmud vervat, die zy voor de beste gronden hunner geleertheit houden: maar andere zyn 'er die op meerder weetenschappen toeleggen, gelyk we in de tweede Afdeeling, tweede Hoofdtstuk gezegt hebben. Ga naar margenoot+ Wanneer een jongeling dertien jaaren en een dag heeft bereikt, word hy manbaar geschat, en is dan verpligt de bevelen der Wet op te volgen. Waarom hy dan Barmizva zy genoemt, alhoewel andere MinianGa naar voetnoot(d) zeggen. Vermits deeze ouderdom voor meederjarig word verklaart, en hy als dan handelen mag en besluiten maaken, doordien hy niet meer onder zyne voogden staat indien hy die heeft, want hy alles wat hem behaagt zoo wel in 't tydelyke als in 't geestelyke mag verrichten. Wat de dochters aangaat, met den ouderdom van twaalf jaar en zes maanden, eigent men haar de hoedanigheit van vrouwen toe. Onder de Jooden achten zich de kinderenGa naar margenoot+ ten hoogsten verplicht te zyn vader en moeder te eeren. Eert uw vader en moeder word in de Tiengeboden gezegt; 't welk de Rabbynen breedvoerig hebben verklaart, voor zoo veel men 't in dit leven verschuldigt is en na de doodt.
Zy leeren mede hoe een vader met zynen zoon moet leeven, voornamentlyk wanneer hy zyne jaaren bereikt heeft, om hem geene reden te geeven zich in de achting voor zynen vader te misgrypen.
Zy trekken, wat meer is, die gevolg van dit gebodt; dat men zynen ouder broeder en schoonmoeder moet eeren. Zy gelooven zelfs dat men meer achting den geenen schuldig zy die hen in den Godtsdienst onderwyst, dan deeze die oorzaak van hun leven is geweest. Want deeze niet dan 't wezen gaf: maar d'andere het welwezen. Ook begeeren ze dat men met woorden en werken den verstandigen en Godtvruchtigen eere,Ga naar voetnoot(e) de oudbejaarden en zelfs schoonze geene Jooden zyn: nademaal zy, gelyk de Rabbynen zeggen, de Aloude burgers der waereldt zyn, die veele gebeurtenissen beleeft hebbende, te meer ervaarenheit bezitten:Ga naar voetnoot(f) In de stok Ouden is wysheit en macht: en in de langheit der dagen is verstant. |
|