VIII. Hooftstuk.
Van der Jooden Gewillige en Geboden Vasten.
Ga naar margenoot+ Op den zeventienden vanGa naar voetnoot(a) Tamus die met de Maandt July overeenkomt, vieren de Jooden een Vastendag ter gedachtenisse van eenige ongevallen, die eertydts op dien dag te Jeruzalem gebeurt zyn, en vermits het op dien dag was, dat Moses, wegens de gepleegde Afgodery van 't Gulde Kalf, de eerste Tafereelen der Wet brak.
Alle Vastendagen schoonze geboden of vrywillig zyn, beginnen met den avondt: en men eet noch drinkt niets, tot den volgenden avondt, wanneer zich de Starren laaten zien.
's Morgens voegt men by de gebeden, belydenissen, en herhaalt de droevige dingen op diergelyken dag voorgevallen. Men haalt de Boeken Moses, en leest in Exodus 32. vers 11. En Mozes bad, enz. en na den middag, in 't gebedt van Mincha, leest men op de zelve wyze; en voor Aftara, 't geen Isaias 55. vers 6. zegt: zoekt den Heeren terwyl hy te vinden is, enz.
Eenige onthouden zich sedert den 17den van Tamus tot den 9den van Au, ('t welk drie weeken uitmaakt) van 't vleesch eeten en 't wyn drinken: doch vrywillig; en dit geschied niet dan overzulks, deeze dagen voor Israël ongelukkig zyn geweest.
De 9de van Au is een VastendagGa naar voetnoot(b) Tisha Beau genoemt. Deeze Vaste is grooter dan de anderen. Want op dien dag was 't dat Nebukadnezar de Tempel verbrande, en dat op diergelyken dag de zelve door den Keizer Titus verbrandt wierd. Deeze Vaste begint daags te vooren, omtrent een uur voor zonnen ondergang, wanneer men niet meer eet noch drinkt, tot dat des anderen daags 's avondts de Starren gezien worden. Zy brengen deezen tydt blootvoets door, of zonder leere schoenen, en zonder zich te mogen wasschen.
's Avondts na het gewoone gebedt in de Synagoge geëindigt is, zittenze ter aarde neder, en leezen de Klaagliederen van Jeremias. Insgelyks doen zy den volgenden dag, voegende daar veele andere Klaagliederen by, en brengen den dag met droefheit door, als zynde hen ongeoorloft in de Wet te leezen: maar alleen in Job, Jeremias en andere Treurboeken.
De Sabbat die deeze Vastendag volgt, word Nechama genoemt, of vertroosting. Want voor Aftara deeze woorden van Isaias leezende,Ga naar voetnoot(c) Troost, troost myn volk, troosten zy zich met de hoope van Jeruzalems, en des Tempels herstelling.
Den dertienden van Tisri, zynde de eerste dag na het Feest van 't nieuw jaar, vastenze gemeenlyk van den eenen avondt tot den anderen, vermits op diergelyken dag Gadalia de zoon van Achicam gedood wierd,Ga naar voetnoot(d) zynde een man van eene ongemeene vroomigheit, en die alleen om 't overschot van Israël te verdeedigen overig was. Alzoo deeze dag tot een Boetdag was ingestelt, nam men de gelegenheit waar, zich de gedachtenisse van deezen Rechtvaardigen; te erinneren; en werd deeze Vaste hieromGa naar voetnoot(e) Tzom Gadalia genoemt.
Hier na volgt de Vaste Chippur, of van verzoening, waar van we hier voor gesproken hebbenGa naar voetnoot(f) en dat men die op den 16den van Tisri vierde.
Ook vast men gemeenlyk op den 10den van Teved, die met December overeenkomt, vermits Nebukadnezar op diergelyken dag Jeruzalem belegerde, en vervolgens innam.
Op den 13den van Adar vastenze, 't welk onze Maandt Maart is, en zy noemen deze VasteGa naar voetnoot(g) Purim. Dit geschied ter gedachtenisse van Hester, die weleer vaste, gelyk men in haare Historie leest.
Behalven deeze geboden Vastendagen zyn 'er noch anderen by eenige in gebruik gelyk de Hoogduitsche Jooden, die, na het Feest van Paasche en der Tabernakelen de gewoonte hebben drie dagen te Vasten, te weeten, de twee volgende Maandagen, en de Donderdag die tusschen beide komt: en dit is gegrond, overzulks de voorgaande