IX. Hoofdtstuk.
Van het Feest vanGa naar voetnoot(b) Hanuca, of der Lichten, en van de Purim.
Ga naar margenoot+ De Geleerden van voorleden tyde hebben een Feest van agt dagen ingestelt, 't welk op den 25sten van Chisleu zyn aanvang neemt, met December overeenkomende, en zulks ter gedachtenisse van de overwinning door de Machabeên op de Grieken behaalt. Op den eersten dag steekt men een lamp op, twee op den tweeden, en dus vervolgende tot men 'er agt opgestoken heeft. Dit is gegrondt, over zulks de vyanden reeds in de Stadt en Tempel gekomen waren; en dat ze die ontheiligt hebbende, Jochanam en zyne zoonen verdreeven en om hals bragten. En alzoo men op den wederkomst geen zuivere oly vond om de lampen van den kandelaar te ontsteeken, doch noch iet in een kleine kruik vindende om een nacht te konnen branden, brande het door een wonderdaadt agt dagen. Waarom men ter gedachtenisse hier van, deeze lampen aansteekt. Men viert mede in dit Feest, de onderneeming van Iudith op Holofernes, alhoewel zoo eenige meenen, dit niet omtrent dien tydt van 't jaar uitgevoert zy.
Deeze agt dagen geduurende mag men handel dryven en arbeiden: want alles 't geen 'er het voornaamste van is, bestaat in de orde van deeze lampen t'ontsteeken, en vermits men by de gebeden een Lofzang over de overwinning voegt, en alle morgens de 113 Psalm, en vervolgens deeze die men Hallel noemt, nevens de 30ste Ik zal u verhoogen Heere, enz. Ook is 'er een weinig onderscheid in 't eeten.
Men noemt het Hanuca, een woordt dat oeffening beteekent, of vernieuwing, naardien de Tempeloeffening weder vernieuwt,Ga naar margenoot+ die men ontheiligt had.
Op den 14den van Adar, of Maart,Ga naar voetnoot(c) is het Feest van Purim, 't welk men ter gedachtenisse van Hester viert, die ten dien dage verhinderde, dat het volk van Israël niet t'eenemaal door de t'zamenzweering van Haman uitgeroeit wierd, die men deswegen met alle zyne zoonen ter galge doemde. De naam Purim is aan dit Feest gegeeven, vermits men in 't 9de Hoofdtstuk van Hester leest: hierom is 't dat deeze dagen zullen Purim genoemt worden, enz.
Dit Feest duurt twee dagen; doch de eerste dag word plegtiglyk geviert. Men vast 's daags te vooren, zoo als is gezegt; maar in deeze twee dagen mag men wel handelen en werken. Nochtans geschiedt dit op den eersten dag niet, schoon men 't niet gehouden is.
Op den eersten dag gaat men in de Synagoge,Ga naar margenoot+ of na de gewoone gebeden, herhaalt men de gedachtenis deezer gelukkige verlossinge op de uure des doods. En men leest al de Boeken van Hester, die op perkement geschreeven zyn, en gelyk de Boeken Moses gerolt worden. Ook noemen zy 't Meghilla Boekdeel. Terwyl men in de leezing de naam van Haman hoort uitspreeken, slaat men in de handen, om daar mede zyne vervloeking te kennen te geeven. Insgelyks doen zy in de morgen gebeden. Men leest op deezen dag in de Boeken Moses Exodus 17. vers. 8. en Amalech quam, enz.
Men geeft op deezen dag groote aalmoezen.Ga naar margenoot+ Vrienden en bloedtverwanten zenden elkander geschenken die eetbaar zyn. De Leerlingen geeven die aan hunne Meesters, het Hoofdt des Huisgezins aan zyne Huisgenooten, en grooten aan kleinen.