IV. Hoofdtstuk.
Van der Jooden Feest der Weeken, of Pinxter.
Ga naar margenoot+DE vyftigste dag van den Homer, die de zesde van de maandt Sivan is, word voor 't feest Schavuoth of der weeken geviert, dus genoemt, vermits het op 't einde der zeven weeken invalt, die men van Paasche telt, zodanig als wy hebben aangemerkt. Dit Feest word mede in de Schrift de dag der Eerstelingen genoemt,Ga naar voetnoot(c) naardien men deezen dag in den Tempel de eerstelingen der vruchten offerde. Ook noemde men 't het Feest van den Oogst, vermits men alsdan het graan begon te snyden. Noch word het onderscheidenlyk in verscheiden plaatsen van de Schrift genoemt. Nu viert men 't twee dagen. Deeze twee dagen worden gelyk het Paaschfeest geviert, te weeten, dat men deezen tydt geduurende niet arbeidt, en geenen handel dryft, alzo min als op den Sabbat, uitgezondert dat men vuur stoken mag, de spys om te eeten bereiden, en 't geen men noodig heeft, van de eene ter andere plaatse verzetten.
By overlevering achtenze dat de Wet dien dag op den Berg Sinai gegeeven wierd:Ga naar voetnoot(d) Derhalven hebbenze de gewoonte de Synagogen en leesplaatsen, ja zelfs hunne huizen op te sieren, met bloemen en roozen, gevlochten als kroonen en verscheiden bloemsieraden.
De gebeden zyn naar het feest geschikt, en men leest in de Boeken Moses van de Offerhande die op dien dag gedaan wierd, nevens de Aftara in de Profeten, en de zegening voor de Oppermogentheit; en des namiddags word 'er een predikatie gedaan tot lof van de Wet.
De tweede dag van 't feest geëindigt zynde, verricht men 's avonds de plegtigheit van de Habdala, gelyk we op den uitgang van 't Paaschfeest gezegt hebben, om te kennen te geeven dat het geëindigt zy.