Premio. Verdienst, Belooninge.
Een Man in 't wit gekleet met een goude Sluyer, houdende in de rechter hand een Palm-tack, en een struyck met Eyckelen, in de slincker een kroone met verscheyden kranssen.
Twee dingen zijn de voornaemste deelen van de belooningen, te weeten eere en profijt. Daerom wort hem in d'eene hand de Palm en de Eyckelen tack gedaen, bediedende dese, het profijt, en de kroone mette kranssen, de Eere.
Het witte kleed mette goude Sluyer omgort, bediet de waerheyt die mette Deughd is vergeselschapt: Want de Belooninge bestaet daer niet in, datse gegeven soude worden aen soodanigen persoon, die 't niet waerdigh is, noch die 't niet heeft verdient.