Nederland en Shakespeare
(1936)–R. Pennink– Auteursrecht onbekendAchttiende eeuw en vroege romantiek
[pagina 267]
| |
Shakepeare door vreemde troepenMaar naast de opvoeringen van Ducis, heeft Holland sporadisch kunnen genieten van Shakespeare door voorstellingen van buitenlandse acteurs, ook reeds in de achttiende eeuw. In 1786 speelde Loehrs de rol van Hamlet te Amsterdam, een optreden door P.J. Kasteleyn bezongen in So fühlte ich da der Herr Loehrs die Rolle des Hamiets spielte. Im Amsterdam, den 4. October, 1786Ga naar voetnoot1. | |
An Herrn Loehrs.Meister der schönsten der Künste! - Gefühlvoller Künstler! - Bewundrung,
Schaudern, Entzücken und Wonne bemächtigten sich meines Busens,
Da du den schonen Hamlet, den groszen, göttlichen Hamlet,
Unnachahmbar in jedem Charakterzug zeigtest;
Da Du Mahler und Bild, Du selbst und Hamlet zugleich warst.
Meister! wer wies Dir Natur ihrer Schwachheit und Stärke,
In ihrer Einfalt und Grösze, Bezaubrung und Würde zu mahlen?
Glücklicher Dichter, der einst seine Bilder durch Dich sieht beleben!
Taumel von dichtrischer Wollust wird seine Seele erfüllen. -
Jede Saite des Herzens griffst Du - und wie sanft, wohllautend,
Himmlisch harmonisch stimmten sie nicht - die Saiten des Herzens!....
Welche Thorheit im Schein bey philosophischem Tiefsinn
Scheidbar - unscheidbar vereinigt, zeigte sich auf Deiner Stirne!
Dank Dir, o Edler! dank Dir für diese seelige Stunde,
Die Du mir schuffst; dank Dir, Du hast mein Leben verlängert!
Shakespear spreche noch öffters die göttliche Sprache Apollos
Seelen bemachtigend, Seelen besänftigend aus deinem Munde -
Stille Begeistrung, gefühlvoller Freund, erfülle dein Herze!
Tugend, Tugend sey himmlisch in Deinen Augen! Du liebst sie:
Ja, Du liebst sie; wie könntest Du sonsten sie fühlen?
Wie ihre Sprache verstehn? wie ihre Göttlichkeit mahlen?
Vermoedelijk zal het spel goed zijn geweest, en Kasteleyn's enthousiasme niet misplaatst, want LoehrsGa naar voetnoot2 was in 1786 geëngageerd door Schröder, (‘von Klos und Brandes 1785 für Anstandsund Charakterrollen engagiert und von Schröder 1786 übernommen’), die zich als theaterdirecteur te Hamburg zo verdienstelijk gemaakt heeft door Shakespeare te laten opvoeren; in 1776 had Hamburg zijn première van Hamlet gezien. | |
[pagina 268]
| |
Schröder liet een gecoupeerde tekst spelen, waar weinig bijgevoegd was - maar Hamlet bleef in leven. Zoetjes aan liet Schröder steeds meer Shakespeare in zijn theatertekst terug vloeien. Beroemde acteurs, ook Schröder zelf, hebben de rol van Hamlet in Hamburg gespeeld, en vermoedelijk moet ook Loehrs een artist zijn geweest. Een volledige Hamlet heeft Holland met Loehrs in de titelrol waarschijnlijk nog niet genoten. B.S. Nayler, teacher of elocution, in wiens huis, op de Fluweelen Burgwal te Amsterdam, de bekende litteraire bijeenkomsten werden gehouden, heeft een scherpe kritiek geöefend op de Engelse ensembles, die in 1826 te Amsterdam speelden; we leren er uit, dat in dit jaar Othello, Catherine and Petruchio, Hamlet, Julius Caesar in de hoofdstad werden opgevoerd. OthelloGa naar voetnoot1 was dragelijk vertoond, en met voldoening ontvangen, maar Chapman snoeide in de titelrol en was soms te onverschillig. Nayler geeft een hele verhandeling, hoe, volgens zijn interpretatie, de voordracht van Chapman had horen te zijn. Bond, Marlow, Atkins waren Jago, Cassio en Roderigo; Desdemona, Miss Grosett, behaalde succes door haar uiterlijk, niet door haar spel: ‘had Miss Grosett made a ten times worse Desdemona than she actually did, yet still she would have got applause, for the gallantry of the good people in Amsterdam will not permit them to behold a pretty little girl, becomingly dressed, without paying their tribute of admiration’. Daardoor kwam het zoveel betere spel van Miss Emery als Emilia in de verdrukking. Nayler heeft onbeperkte bewondering voor het drama, maar vindt het niet geschikt om op te voeren, te vol onkiesheden, en zou het binnen de studeerkamers willen houden. Het publiek was bekoord door de opvoering van Hamlet, volgens NaylerGa naar voetnoot2 ‘miserably ill performed’; Chapman in de titelrol kon geen genade bij hem vinden; Bond, als de geest, was uiterlijk geest, verder geheel niet interessant; Grosett's Ophelia was onbeduidend. Julius CaesarGa naar voetnoot3 werd wredelijk mishandeld: ‘this was the most absurdest play of all. Fancy but Shakespeare's Julius Cesar burlesqued; and you may have an excellent idea of the perfor- | |
[pagina 269]
| |
mance mance we witnessed’. The Taming of the shrew was ook al geen succes; Miss Emery, Catherine, weer de enige, die iets van haar rol maakte; het geheel een slechte voorstelling: ‘but the Public were very liberal, and appeared disinclined to find fault’. In de Engelsche SchouwburgGa naar voetnoot1, een reeks artikelen, van van Lennep's hand, vinden we de Engelse tonelisten die in 1829 te Amsterdam speelden, en in de eerste plaats Miss Smithson, besproken. Miss Smithson, vermaard door haar successen te Parijs, speelde te Amsterdam o.a. de Juliet, gesecondeerd door Dale als een dragelijke Romeo en Hield als ‘geestige Mercutio’. Bij haar beneficevoorstelling, spectacle coupé, trad ze voor een stampvolle zaal op als zinneloze Ophelia, wat, ‘onafhankelijk van de intrigue van het treurspel, niet dan een akelig tooneel uit het gekkenhuis aanbiedt’. Van Lennep, die haar als Julia om haar liefelijkheid en expressiviteit had bewonderd, vond haar als Ophelia niet droefgeestig, filosofisch, smeltend genoeg. Ook Yntema heeft Miss Smithson bezongen, in de Vaderlandsche LetteroefeningenGa naar voetnoot2. |
|