Nederland en Shakespeare
(1936)–R. Pennink– Auteursrecht onbekendAchttiende eeuw en vroege romantiek
W.H. Warnsinck e.a.Een compromis tussen klassieke en romantische bedoelingen beoogt ook W.H. Warnsinck in zijn Dood van Willem den EerstenGa naar voetnoot2; circa 1830 geconcipiëerd, werd het stuk in 1835 gewijzigd, en toen rees bij de auteur de gedachte ‘niet om het in eenen geheel romantischen vorm te gieten, maar om eene proeve te wagen, of en | |
[pagina 259]
| |
in hoe verre het mogelijk zoude zijn de beide genoemde vormen, bij eene geheele omwerking, te verbinden’. ‘De edele en waardige gang der klassische voorstelling’ wilde hij niet prijs geven. Schiller, Göthe, die Shakespeare volgden, de Schlegels, mochten, vond hij, voor het romantisch drama opkomen, maar bij de lichtzinnige Fransen: Hugo, Dumas, Scribe, was het genre verbasterd; ‘het grondgebied der klassische poëzij.... verdedigende, zij het echter verre van ons, te velde te trekken tegen hen, die de eerste poging waagden, om de werken van den onsterfelijken Shakespeare in hare voortreffelijkheid te doen kennen, en dezelve te zuiveren van het stof, waaronder zij, in de school van Aristoteles, als het ware, met zekere verachting lagen begraven’. Warnsinck is overtuigd, dat de klassische en romantische Muzen vredig samen in Melpomene's tempel kunnen huizen, als eendrachtige zusters; en in het gebouwtje dat hij voor haar beiden optrekt, klinkt naast de alexandrijnen van vorst, vorstin, held en staatsman, ook het blank verse uit de mond van meer alledaagse figuren (Pieter Aarssens, Maarten van Dijck, hun nichten, en enkele anderen). Zo hoopte Warnsinck een te makkelijke romantische techniek te beteugelen, en zo zouden geen ‘tragische wanschepsels’ worden geboren. Voor een vergrijp tegen eenheid van plaats, en voor zang en liedjes in het eerste bedrijf, vraagt hij verontschuldiging. Het is moeilijk uit te maken, of de fragmenten blank verse in dit drama als directe navolging van Shakespeare zijn geschreven; daar diens naam in het voorbericht wordt genoemd, is het niet onmogelijk. In iets later tijd heeft ook van Halmael gepoogd naar Shakespeare te werken, getuige zijn Twist om Bolsward en Friesland (1841)Ga naar voetnoot1. Of P.P. Roorda van Eysinga's De Kardinaal Hertog van RichelieuGa naar voetnoot2, waar een trouwe, filosofische, niet-zwaar-op-de-handseknecht Bayon in optreedt, die zich door Cinq-Mars hoort toegevoegd ‘vermeng geen scherts met ernst’, enigszins onder Shakespeare's invloed werkte? Worp heeft de knecht het vermelden waard gevondenGa naar voetnoot3, en voelde invloed van de Frans-romantische | |
[pagina 260]
| |
school. Maar mogelijk heeft Roorda van Eysinga, die in Kampen onder de rook van Moulin's huis zijn drama dichtte, ook wel even gepoogd Shakespearetje te spelen. Hoe ook, een groots, door Shakespeare geïnspireerd romantisch drama, hebben noch van der Hoop, noch Warnsinck, noch Roorda van Eysinga nagelaten. |