Nederland en Shakespeare
(1936)–R. Pennink– Auteursrecht onbekendAchttiende eeuw en vroege romantiek
[pagina 115]
| |
IV. Nederlanders die vooral na 1980 over Shakespeare schrijven. R. Feith. J.D. Macquet. J. Lublink de Jonge. De Kring van Bellamy. W. Bilderdijk. J. Kinker. Wolff en Deken. Nomsz.Veel deining heeft de ten dele volmaakt mislukte, ten dele vrij aardig geslaagde vertaling van 1778-82, niet veroorzaakt; er blijkt althans niet, dat ze de critici in het harnas heeft gejaagd. Een springplank, waarvan men onderdook in Shakespeare's diepten, werd dit werk niet, en misschien waren er geen duikers! Mogelijk is Feith door de vertaling getroffen geweest. We willen hem het eerst bespreken van de theoretici die sinds 1780 over de Engelse dichter schrijven, en die voor het merendeel waarschijnlijk van een Nederlandse vei taling weinig of niets hebben geweten. |
|