Q. Horatius Flaccus dichtkunst op onze tijden en zeden gepast
(1973)–Andries Pels– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
[Q. Horatius Flaccus Dichtkunst]Op de Tytelplaat1[regelnummer]
Het woedend raazen van Onweetenheid, én NijdGa naar voetnoot1
Vind wég, nóch middel, om de Dichtkunst te belétten
De Vlag te voeren, én zich op de Troon te zétten,
Al haaren haateren, én vijanden ten spijt.
5[regelnummer]
Zy, achter 't Wapenschild van Kastrikom bevrijdGa naar voetnoot5
Voor 't vinnig schieten der vergifte lastersmétten,
Geeft aan Mélpomené, geeft aan Thalia wétten,Ga naar voetnoot7
En aan de Saters, wier schéndschriften zy niet lijdt.Ga naar voetnoot8
Dés deeze toornig op den Overzétter smaalen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Heel schóts bespóttende zyn' pén mét eenig récht;Ga naar voetnoot10
Omdat hy 't zwaarste wérk van Flaccus durft vertaalen;
En door zijn' vaerzen nóch de naam van Geelvink vlécht;
Om, als Horatius mét Pizoos naam, zo sléchtGa naar voetnoot13
Eene overzétting mét die luister te bestraalen.
| |
[pagina t.o. 48]
| |
[pagina t.o. 49]
| |
|