Album Willem Pée
(1973)–Willem Pée– Auteursrechtelijk beschermdDe jubilaris aangeboden bij zijn zeventigste verjaardag
[pagina 301]
| |||||||||
De Nederlandse dialektatlassen als bron van syntactische informatie
| |||||||||
[pagina 302]
| |||||||||
hebben - als in het eigen dialect onbruikbaar met stelligheid van de hand werd gewezen. Zo'n zin is no. 2: Mijn vriend is de bloemen gaan gieten Voor een Groninger is dit een ietwat vreemde en in bepaalde opzichten ook ongrammaticale mededeling. ‘Bloemen gieten’ en dat nog wel door een vriend is voor menig zegsman geen alledaagse werkelijkheid die zich gemakkelijk met een eigen ervaringssituatie laat verbinden, al is bloumm gaitn een denkbare bezigheid en ook wel met deze woordcombinatie, naast (de) bloumm wottergeevm, te benoemen. Men moet dan speciaal denken aan bloemen in de tuin. Wat de grammaticale aspecten van de zin betreft: in het Gronings kan gaan wel met een (blote) infinitief optreden (bv. goa mor zittn), maar in aanzienlijk beperktere mate dan in het Nedelands. Dat blijkt bv. uit het feit dat in de vertalingen van zin no. 121: 't Water zal dadelijk gaan kokenniet één keer gaan is gebruikt. Dat vindt zijn oorzaak niet in de aanwezigheid van zal en/of dadelijk want ook de zin 't Water gaat (zometeen) kokenis geen Gronings. Evenmin zijn dat zinnen als de volgende: * Zel-wie fietsen goan? ‘Zullen we gaan fietsen?’hoewel men met name de laatste twee, m.i. onder invloed van het Nederlands, wel eens zal horen. De lijst bevat nog een zin met gaan + INF, nl. 65: Ga je vandaag niet kaarten? Deze zin is in de meeste gevallen wél met handhaving van de gegeven constructie vertaald, maar soms is de constructie met aan 't + INF gekozen: Gaaist vandoag(e) nait aan 't koartn/koartspeuln? In bepaalde gevallen is dit de enig gangbare, bv. Ik goa mor es aan 't kookn ‘Ik ga maar es (aan het) koken’ Een zin als * Ik goa mor es kookn is ongrammaticaal. | |||||||||
[pagina 303]
| |||||||||
Als er sprake is van een geregeld terugkerende, min of meer ‘geïnstitutionaliseerde’ werkzaamheid of bezigheid, verricht op een andere plaats dan waar het subject zich bevindt, dan wordt de verbinding van hin + te INF gebruikt, bv. Ik goa hin te swemm Deze constructie is voor zin 65 ook een enkele maal gekozen: Gaaist vandoag(e) nait hin te koartn/koartspeuln?hoewel hij daar alleen op zijn plaats zou zijn als het bedoelde kaarten inderdaad een consuetief en ‘gepland’ gebeuren is dat elders plaatsvindt. Het is denkbaar dat sommige zegslieden naar de constructie van aan 't + INF of die van hin + te INF uitgeweken zijn ook zonder de daarvoor geldende restricties te impliceren, omdat een letterlijke vertaling, d.i. met handhaving van gaan + (blote) INF, een ongrammaticale zin op zou leveren. Een dergelijke overweging is ook mogelijk bij zin no. 2: ‘Mijn vriend is de bloemen gaan gieten’. In de provincie Groningen is deze zin geen enkele keer conform de aangeboden zinsvorm vertaald. In de helft van het aantal gevallen luidt de vertaling (letterlijk in het Nederlands overgebracht): Mijn vriend/kameraad is aan het bloemen gieten,drie keer: .................................... is (de) bloemen aan het gieten. Beide vertalingen geven de inhoud van zin no. 2 niet onjuist weer, aangezien van iemand die iets is gaan doen verondersteld mag worden dat hij dat nu bezig is te doen, en ook de tweede is uit een oogpunt van constructie als zodanig gangbaar. Vgl. bv. Hai is (de) koin aan 't melkn De keuze van de verbinding van aan 't + INF kan ook hier erop wijzen dat gaan + (blote) INF (die in dit geval transitief is en een bepaald object bij zich heeft) niet ‘endogeen’ is. Wat echter wel vaststaat is dat de ongrammaticaliteit van Hij is (de) bloemen gieten gegaanGa naar eind2voor rekening komt van het feit dat deze zin in het perfectum staat. Voorzover ik kan nagaan komen perfectische zinnen met gaan + INF in het Gronings alleen voor met staan, zitten en liggen, bv. Hai is lign goan | |||||||||
[pagina 304]
| |||||||||
zijn uitgesloten. Wel is zin no. 2 elf keer in het perfectum vertaald, maar dan met aan 't INF: ..................... is aan 't bloemen gieten gegaan,dus zonder het element van bepaaldheid. Mét dit element is de constructie niet mogelijk: * ..................... is (de) bloemen aan het gieten gegaan. Toch komt ook de voorlaatste constructie me niet erg aannemelijk voor. Of hij werkelijk ongrammaticaal is dan wel in dit geval niet of weinig acceptabel durf ik zonder meer gegevens niet uit te maken. Waarschijnlijk speelt de mate van inherentie van object en infinitief een rol. Eén keer is de constructie gekozen die we ook aantreffen bv. in: hai is hingoan en het zuk/hom verzoopmen vijf keer die van hai is hingoan te melkn Beide constructies lijken me bij de gegeven zin niet zo goed te passen. Als deze indruk juist is kan het feit dat ze niettemin gekozen zijn op de eerder bedoelde verlegenheid wijzen, zoals uiteraard ook de drie keer voorkomende vertaing ......... (die) (be)giet (de) bloemen. Met deze enkele opmerkingen is natuurlijk lang geen volledig beeld van de syntactische valentie van het ‘hulpwerkwoord’ gaan in het Gronings geschetstGa naar eind3. Wel tekenen zich een paar lijnen af waarlangs een meer gericht onderzoek zou kunnen plaatshebben. Daarvoor zouden ook andere verschijnselen gekozen kunnen zijn. Men kan in dit verband o.a. denken aan zinnen als no. 67 en no. 86: Zijn motor is kapot | |||||||||
[pagina 305]
| |||||||||
In plaats van de gegeven constructie met zijn is, zij het slechts enkele malen, de speciaal in het noordoosten van ons land gangbare verbinding van hebben + object + bepaling van gesteldheid gekozen: Hij heeft de motor kapot Het is bekend dat de Saksische dialecten die heel wat veelvuldiger toepassen dan het Nederlands. Toch is hij bv. in het Gronings wel degelijk ook aan bepaalde grenzen gebonden. Waar die liggen is nooit onderzochtGa naar eind4. Trouwens, ook de Nederlandse grammatica bewaart over zinnen als: hij heeft z'n haar erg lang vrijwel het stilzwijgenGa naar eind5. Ondanks het feit dat de Atlas-teksten niet in de eerste plaats met het oog op syntactisch streektaalonderzoek zijn samengesteld, kunnen ze toch op menige plaats tot een eerste aanzet daartoe aanleiding geven. Als daar met deze bijdrage aan het jubileumalbum voor een van de beide auctores intellectuales van de Reeks Nederlandse Dialektatlassen nog eens de aandacht op gevestigd is, heeft die aan zijn bedoeling beantwoord. |
|