enkele maanden in het Kaiser Wilhelm-Institut für Hirnforschung, afdeling fonetiek, te Berlijn en bezocht diverse andere laboratoria. Te Gent was hij zeer bedrijvig en werkte met entousiasme; hij oefende ook een stimulerende invloed uit op de studenten. Uit die tijd dagtekenen de eerste publikaties van ons seminarie, gedeeltelijk gereed gemaakt door onze studenten, en de verdere enquêtes voor zijn diminutiefstudie alsmede voor de atlas van West- en Frans-Vlaanderen.
In 1938 had te Gent het derde Internationaal Congres of Phonetic Sciences plaats. Pée trad op als sekretaris, ondergetekende als voorzitter. De voorbereiding van het kongres vergde een jaar onverpoosde arbeid, vooral van de sekretaris. De publikatie van de Proceedings (1939) geschiedde in rekordtempo. Het gehele kongres was een schitterende meevaller, en het zou vele jaren duren, ook wegens de oorlog, eer nog een nieuw kongres voor fonetische wetenschappen tot stand kwam (Helsinki, 1961). Pée ontpopte zich als een uitstekend organisator en ook als iemand die uitmuntte in de omgang met vakgenoten uit de meest verschillende landen.
Sinds 1939 (docentschap te Luik) is hij zijn eigen gang gegaan. Hij bezit relaties in nagenoeg alle wetenschappelijk bedrijvige landen, en is een echte globe-trotter. Niet alleen bezoekt hij geregeld Nederland, waar hij in de spelling- en woordenlijstcommissies werkzaam is, en waar hij met Prof. Hellinga een wetenschappelijke regeringsopdracht vervult in Suriname, maar hij komt ook in Oost- en West-Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, China en wie weet wat nog!
In de jaren van mijn rektorschap suppleëerde hij mij te Gent; bij mijn emeritaat werd hij er tot mijn opvolger benoemd. Hij richtte mijn laboratorium en seminarie opnieuw in, hij gaf er een nieuwe stuwkracht aan de wetenschappelijke bedrijvigheid op het gebied van de Nederlandse taalkunde, de fonetiek en de dialektologie. Hij nam mijn werk over in het Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek, waarvan de baanbrekende publikaties, onder zijn impuls, verschijnen in verhoogd tempo: hij nam reeds vroeger, gedurende 14 jaar, het algemeen sekretariaat waar van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie; hij is sedert 1948 voorzitter van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal en sedert 1951 redaktielid van het tijdschrift Nu Nog, aldus een nieuwe stoot gevend aan de belangrijke beweging voor het A.B. in Vlaanderen. Sedert 1948 heeft hij ook de leiding in handen van Taal en Tongval. Men zal nog andere reeksen en publikaties van hem vermeld vinden in het reeds genoemde Liber Memorialis en, met mij, verstomd staan over