Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[24 Mei 1804]DONDERDAG den 24e MEY; deze dag bleven wy op deze plaats vertoeven met voornemen de zeekoeyen optezoeken. Des morgens was het weder te betrokken en wy waren genoodzaakt tot des middags te wachten. De heer Laubscher liet ons een oude slaaf zien, die zy reeds by erffenis van hun grootvader hadden en die over de honderd en twintig jaren ouderdom had bereikt. Deeze man kwam nog alleen van zyn hutje na het woonhuis en verhaalde ons dat hy te Java geboren was, en reeds by de honderd jaren hier in het land was geweest.Ga naar voetnoot816 Hy was reeds voor het jaar 1700 geboren, en had beleefd dat van de Kaapstad niets bestond als de Kerk, de werff, het Compagnies huis en het Kasteel, welk laatste hy nog heeft zien vergrooten en agteruitzetten.Ga naar voetnoot817 Hy had zelfs de baake van Possessieneming der St. Helena Baay gesteld;Ga naar voetnoot818 en noemde nog verscheide officieren welke hy toen zeide gekend te hebben, zoo als zelfs de oude Kapitein Warneck, vader van de nog levende, dog reeds | |
[pagina 210]
| |
gryze, gepensioneerde Kapitein van dien naam;Ga naar voetnoot819 op Batavia had hy reeds twee predecesseuren van de Gouverneurs van DongenGa naar voetnoot820 en PatrasGa naar voetnoot821 gekend. Deze man heeft nog een staal geheugen en geene gebreken hoegenaamd, als een zwak gezicht; hy heeft nog twee zoons waar onder een van byna dertig jaren; zyn vrouw is eene Namacqua hottentottin van circa 50 jaren. Gelukkig dat deze gryzaard by lieden woont, die hem wezentlyk met zorg oppassen: sints de leeftyd van deze lieden heeft hy geen werk meer gedaan, en eet van de tafel der eygenaars. Wy bewonderden hem met vermaak. Des nademiddags wandelden wy naar de oever der Berg Rivier, zynde een half uur van de woning, daar wy een chaloup vonden met welke wy de rivier oproeyden, met voornemen van zeekoeyen te zoeken, dat ons mislukte. Wy kwamen toen reeds de maan op was, aan de plaats van Fredrik Kersten,Ga naar voetnoot822 leggende aan de rechter oever, daar wy een ogenblik vertoefden, en het was reeds laat in de avond toen wy aan ons logement terug kwamen, werwaards wandelende wy wel het spoor vonden, en ook het gebrul van hypopothamussen hoorden, zonder iets te zien. |
|