Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[6 Augustus 1803]ZATURDAG den 6e AUGUSTUS, gingen wy weder vroeg op reize; het land is hier zeer woest en veeltyds loopt de weg door digt bewassen Carru en doornhout. Wy zagen hier ook eenige cypressen dog niet fraay uitgegroeyd; het veld is hier vol gemsbokken en t'koudous: van deze laatsten, gelyk ook struyzen, zagen wy eenige zonder ze onder het schot te kunnen krygen. Tegens den middag werd eene halte gehouden, in de welke wy afscheid namen van de commandanten Linde en Human welke met hunnen ordentlyke jonge lieden eene weg namen, die lings door de Zwarte Bergen loopt.Ga naar voetnoot713 Het speet ons zeer dat zy ons verlieten, want gedurende de gantschen tocht, ontvingen wy van deze commandanten en hunne lieden niet dan blyken van geschiktheid en vriendelyke medewerking. Het is genoeglyk te kunnen zeggen | |
[pagina 192]
| |
dat geen onvriendelyk woord nog gezicht gedurende al dien tyd met hun is voorgevallen nog gegeven, en men zoo broederlyk is gescheiden als by eengekomen: wy reden rechts van hun nog vyf uuren verder, en kwamen met het vallen van den avond op de hoogte van de Geelbeksfontein daar wy overnachten.Ga naar voetnoot714 |
|