Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[28 Juli 1803]DONDERDAG den 28e JULY, onze togt tegens acht uuren voortzetten. De gantsche voorledene nacht hadden wy zware regen, die een gedeelte van den dag voortduurde en ons by een felle weste wind zeer koel toescheen. Een uur van ons nachtverblyf deden wy een afgebrande woonplaats aan van Van Heerden,Ga naar voetnoot682 en twee uuren later de plaats van Piet Van Asweegen,Ga naar voetnoot683 daar wy voeder aan de paarden gaven, en toen verder reden. Onze schoft was zeer lang, als leggende het Carrubosch daar wy meenden te overnachten tien uuren ossewagen van ons vorige quartier.Ga naar voetnoot684 Het land is zeer bergachtig en de weg met klipbanken doorvloerd, zoodat men in de wagens een sterk gevoel van de rit hadden. | |
[pagina 185]
| |
Tegens half zes uuren des avonds, kwamen wy weder aan een spruit van de Buffels Rivier, welke door het Carrubosch aan de voet van rotsachtige gebergtens loopt en zich met de andere spruit meer zuidwaards in de Caroo vereenigd. Het CarruboschGa naar voetnoot685 is aldus genaamd naar de menigte boomen van die naam, welke ter dezer plaatse groeyen; de mimosa is hier niet minder menigvuldig. Men zegd ons dat zich veele t' Coudou'sGa naar voetnoot686 in dit hout ophouden, en zyn zeer nieuwsgierig deze schoone antilope te zien; men beloofd de heeren jagers op de zelve een ruim veld voor hun liefhebbery. Wy campeerde aan de overzyde der rivier en hadden weder eene aanhoudende regen. |
|