Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[16 Juni 1803]DONDERDAG den 16e JUNY; heden morgen liet de Gouverneur al de Commandanten benevens de burgers KriegerGa naar voetnoot444 en Luuter,Ga naar voetnoot445 deze twee laatste (omdat hun commandant Rensburg ter verzorging van levensmiddelen uitgereden was) by zich roepen. Zyn Hoog Edele gaf hun naauwkeurig den staat der zaken in welk wy ons bevonden te kennen, hun verklarende, dat indien men voort wilde gaan de wetten op zulk een verregaande wyze te vertrappen als tot hier toe geschiede, er dan al vast geen middelen ter redding te vinden zyn; zyn Edele bragt hun ook onder het oog hoe misdadig, gevaarlyk en tegen hun eygen belangen aan, het is, deserteurs te huysvesten niet alleen, maar nog de middelen te verzorgen, om hun schanddaad verder te volvoeren, daar de zwaarste straffen, op zulk een vertreding van 's Lands wetten bepaald zyn. Zy stemde eenparig het strafbare hiervan toe, belovende dat zy hunne medeburgers zoude aanmanen voortaan en waarlyk tot hun eigen geluk, gehoorzaam aan de Regering en afkerig van heerscheloosheid te zyn, als kunnende eene voortduring van deze afschuwelyke hierarchieGa naar voetnoot446 niet dan de ondergang der Colonie na zich slepen en de inwoonders tot den laatsten trap van armoede, elende en vervolging brengen. De Kaffer Kapiteinen werden voor den Gouverneur geroepen om de missien van Gaicka open te leggen; hunne zaken kwamen meest over een met de gezegdens van Buis. De zwager van de Koning ontving van den Gouverneur eenige geschenken en werd afgevaardigd naar Gaicka om hem en de Koningin, zyne moeder, te verwittigen dat de Gouverneur op morgen zyne reis na de | |
[pagina 118]
| |
Katrivier zou beginnen en hem daar ook wachte. Zy waren algemeen met de goede inzichten van den Gouverneur in hun schik en zeiden dat Gaicka het als een zyner grootste gelukken rekende, dat den Generaal zooveel genegenheid voor zyn volk toonde en ook zoo eene groote reis had ondernomen. |
|