Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[8 Juni 1803]WOENSDAG den 8e JUNY: den voorleden nacht wierd ons camp door een groot aantal wolven en jakhalsen bezogt. Zy ontrustede verscheide malen het vee, zelfs dat aan de wagens vastgebonden stond; een der boeren kwetste een hunner welke tog niet in zyn magt viel maar het verder gevaar ontkwam, slegts een spoor van bloed nalatende. De plaats alwaar wy campeerden niet | |
[pagina 108]
| |
ryk van gras voorzien zynde, was dit oorzaak dat onze ossen op een verdere afstand waren gedreven om voedzel te vinden. Hier uit ontstond dat wy pas ten half tien uuren afreden; de weg was minder effen dan gisteren, echter niet moeylyk; het weder was zeer ongunstig, de O.N.O. wind hield aan, en tegens den middag viel er een onophoudelyke regen, welke tog eensdeels om het zware stof zeer dienstig was. De jagers dooden dezen dag een aanmerkelyk getal springbokken, welke hier het gantsche veld als overdekken; onder deze bevind zich eene geheele witte bok welke als iets zeldzaams aangezien word.Ga naar voetnoot405 Een der boeren commandanten, Pieter Human genaamd,Ga naar voetnoot406 die vermaard is als een uitmuntende schutter had zodra deze zeldzame witte springbok niet bemerkt tusschen misschien drie duizend anderen, of hy zyde tot de Generaal. Edel heer, wagt ik zal hem gaan schieten, en als een pyl uyt een boog snelde hy te paard een ander cours uit, als welke de bokken hielden, zoo dat wy meende dat de man raaskalde, maar de by ons zynde boeren meesmuyldeGa naar voetnoot407 over onze aanmerking, daar de springbokken altyd gewoon zynde om tegens de wind in te loopen, en nu daar in door onze nabyheid verhinderd geweest zynde, wel spoedig hunne oude cours hernamen en op deeze wyze door eene by ons onverwagte zwenking Human op twintig schreden moesten voorby snellen. Even zoo als gezegd was geschiede het, en Human die wel wist wat hy te doen had, reed nu met alle mogelyke snelheyd op den trop los, die door hunne menigte gedrongen, veel tyd nodig hadden om zich met die groote colonne te wenden, van welke gedwongen stilhouden hy gebruik maakte, en ook de witte springbok met de kogel in de agterbout geschoten mede terug bragt, en aan den Generaal vereerde. Verscheiden der landlieden zegden dat zy de zelfde bok hier meermalen gezien dog vergeefsch getracht hadden te vangen. Wy streken de huid af, het welk de Gouverneur verkoos te bewaren. Tegens den middag zagen wy aan onze linke hand de afgebrande plaats van de oude goussé,Ga naar voetnoot408 zynde de eerste plaats van het district van Bruintjes Hoogte het welk links voor ons uitlegd. Ons voornemen was nog drie à vier uren te ryden maar de aanhoudende regens deden besluiten te overnachten, gelyk dan ook ons leger werd nedergeslagen | |
[pagina 109]
| |
op de plaats Ziekfontein gehorende zekere Geerkens.Ga naar voetnoot409 |
|