Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 104]
| |
der zelve vry ongemakkelyk voor de wagens. Den dag was fraay; wy hielden nog middagmaal aan het zoogenaamde Hofmans Gat,Ga naar voetnoot395 een ruige kloof tussen style klipachtige gebergtens waar een straal zoet dog thans niet zeer zuiver water vloeid. Wy vernamen in onze nabuurschap het geluid even als of eenige menschen op een afstand druk aan het discoureren waren. Ter ontdekking wat het zyn mogte, gingen eenige onzer op eene nabyleggende hoogte daar wy wel ras ontwaarde dat het bavianen waren, welke tegens de schuynte der berg aan welkers voet wy het middagmaal hielden, in zeer talryk gezelschappen op de krantzen der kliprotsen vergaderd waren; eenige weinige waren even als wagthoudende op eene kortere afstand van ons, terwyl drie à vier andere de voorpost, zeer naby ons in het klein kreupelhout als verspieders bezette. Deze laatste waren de pratende menschen die wy meende te hooren, want zoo dra wy ons op de voorgenoemde hoogte ter ontdekking vertoonde, gaven zy de allarm kreet aan de kleine troup, die wederom de vergadering boven op de rots door geschreeuw waarschuwende derwaarts de vlugt namen. De boven zittende bekreunde zich echter weinig aan onze nabyheid tot dat een geweerschot hun zulk een geweldige schrik aanjoeg dat het gantsche leger verward op de vlugt liep, en door de groote haast verscheidene hunner gepletterd van de hoogte kwamen rollen, geen eenige hebben wy by deze gelegenheid levendig kunnen te vangen krygen. Het was byna vier uuren toen wy aan de Nieuwe Jaarsdrift kwamen. Een half uur boven de plaats daar wy ons leger sloegen, vereenigen zich de Boschjesmans Rivier, de Nieuw-jaars-Rivier en het water uit Hofmansgat.Ga naar voetnoot396 |
|