Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[2 Juni 1803]DONDERDAG den 2e JUNY, ten half acht uuren dezen morgen, reed de Gouverneur met zyn ordinair reis-gezelschap, benevens den Major van Gilten en Capitein Alberti uit de Algoabaay, na alvorens van de andere officieren aldaarGa naar voetnoot378 en in het byzonder van de heer Van der Kemp, afscheid genomen te hebben; deze laatste had zich expresselyk hoe ziekelyk ook,Ga naar voetnoot379 op eenen wagen geplaatst om den Gouverneur eene behoudene reize te wenschen. Zyn hoog-Edele wierd by het afryden door het Fort met canonschoten begroet en wy vervorderden onze reize, dog maakte eene kleine uytwyking, om op een paar uuren afstands van de baay, het voor het hottentotsch Institut bestemde en uitgegeven local te bezichtigen. Alvorens de Algoabaay tog geheel te verlaten wil ik nog weder op het onderwerp van den missionaris van der Kemp en desselfs institut terug keeren, ten eynde in het korte een denkbeeld van dit Etablissement te geven. Eene kleine van leem opgetrokkene en met riet gedekte armzalige hut is het woonhuis van de heer Van der Kemp, en zyn mede colega Rëad (Een Engelsman welke met een hottentotsche meid in den Egt is getreden); voor alle meubelen vond ik by myn bezoek twee van beeste vellen op paaltjes opgespannene katels of slaapsteden, een slegte tafel en twee bankjes; den huysraad was hier aan evenredig. Op een der legersteden vond ik den grysaard Van der Kemp, onder aaneengenaayde schaapsvagten leggen, tot alle kleding en ruw blaauw gestreept linnen hembd, blaauw Carsaye wambuysGa naar voetnoot380 en lange broek aanhebbende, zyn zeer kaale dog fraaye kruyn die men zien kan dat by de menigvuldige wondere wisselvalligheden van zyne jongere jaren reeds vroeg deeze ontblooting trof, en door trekken van verdriet zichtbaare sporen des tyds op zyn verstandige phisionomie hebben agtergelaten. Met deze eerwaardige kruin zeg ik, ruste hy op een met vacht bekleede houte blok; by myne komst in zyn hut scheen hy verblyd een zoogenaamd beschaafd weezen, en daar boven een Europeaan, te aanschouwen, dog toen ik hem in het begin | |
[pagina 99]
| |
van ons onderhoud ontdekte dat ik van zeer naby aan zyne famille en hem zelve vermaagdschapt was,Ga naar voetnoot381 en ik hem omstandig de gesteldheid van alle zyne betrekkingen in Europa verhaalde, toen konde hy zyne tranen niet wederhouden. Ik bragt twee volle uuren by hem door; het beste en ook eenige dat hy tot verversching konde aanbiede, bestond in ingelegde vygen die zeer smakelyk waren; ik vroeg hem waarom hy zulk eene allesints ruwe en harde levenswyze op zyne hooge jaren boven een meer met zyne middelen en gemak overeenstemmende wyze verkoos, dog ik bemerkte weldra dat hy by al zyn verstand sterke overhelling naar fanatismus bezat; hy verzekerde my dat de gemeenschap van menschen hem walgde, en dat hem door den hemel den taak, om verdwaalde medemenschen tot het Christendom te bekeeren opgelegd zynde, hy zich daar van tot het eynde zyns levens niet zoude onttrekken, dat hy toestemde in deze stand van alle wareldsche geneugtens, zelfs tot in de behoeftens der natuur ontbloot en verstooken te zyn. My dagt best van dit onderwerp aftestappen ik bood hen namens den Generaal aan om in zyne byzondere behoeftens van huysraad, meubelen en levensmiddelen te voorzien, daar by een aanbod van eene hoeveelheid roode wyn tot verkwikking in zyn hooge jaren doende, maar de zonderbare man sloeg alles af, en zeyde dat hem meerder gemak als hy had tot last zoude zyn en hy tot zyn levensonderhoud niets dan het zelvde voedsel als zyne leerlingen de Hottentotten behoefde; wyn had hy sints een reeks van jaren niet gedronken dan by het Avondmaal der Christenen, en het zoude hem aangenaam zyn daar van iets aantenemen, om tot voorgemeld eynde met zyn Hottentotten by die plechtigheden te gebruiken. Ik sprak van bed of matrass, maar de goede grysaard verhaalde my met yver, dat hy sints zyne roepinge, by droog weder alle avonden de slaapstede buyten zyne hut liet brengen en onder het gewelf des hemels altyd eene verkwikkelyke nagtruste genoot, zoo dat ik afliet van alle verdere aanbiedingen te doen. By ons afscheid drukte hy my de hand en verzogt om wanneer ik te Kaapstad zoude teruggekeerd zyn, met my in briefwisseling te treden. De zogenaamde Kerk of School in welke de Hottentotten tot het bywoonen van een gebed, Catechisatie, of geestelyk onderwys twee malen iedere dag door het luyden van een klokje worden byeen geroepen, is eene langwerpige van leem, met riet gedekte hut, hier en daar met luchtgaten om licht door te laten. De Hottentotten met vrouwen en kinderen woonen deze school gewonelyk by, en brengen het overige gedeelte van den dag door, met ledig loopen, graven van uyetjesGa naar voetnoot382 (die gebraden zynde veel van castanien hebben, en tot hun levensonderhoud dienen) jagen en slapen waarvan zy uitsluitend lief- | |
[pagina 100]
| |
hebberen zyn; zoo dat het geestelyk nut dat zy by deze institut behalen, hun tevens tot onnuttige vaddige medeleden van de maatschappy vormd. Hoe veele handen zoude er voor eene Colonie alwaar menschen handen zoo kostbaar zyn niet gewonnen weezen, als zich deeze groote verzamelingen Hottentotten onder geregulde conditien in de Colonie tot eene beloonde dienstbaarheid by de boeren verhuurden? Hoeveel gelukkiger zoude deze menschen zelve niet zyn als zy door plicht betrachting aan hunne zyde, en onder garantie des gouvernements wegens de heylige nakoming der verbintenissen met hunne huurders aan de andere zyde, verzorging van huysvesting, kost en kleding door hunner handenwerk verdiende? daar zy met meerder gevolg als thans menschelyke beschaafdheid en de taalkunde der Colonisten krygende van zelve door de bywooning van stichtelyke predicatien in de geëtablisseerde Kerken tot den Christelyken godsdienst zouden worden opgeleyd, terwyl zy thans als aapen een gebed, en Cathechisatie aanhoren, en het woord Amen dat zy gezamentlik hart op herhalen, beschouwen als een signaal om met gevaar van den hals te breeken zig buyten de kerkdeur te dringen en tot slapen te leggen, zoo lange tot den honger of het op nieuws luyden van het klokje, hun even verstandig doet ontwaken. Men deed dus in Europa aan de Colonie in het generaal, en aan de blanke zoo wel als heydensche bewooners in het byzonder oneyndig meerder nut, als de gelden welke godsdienstige lieden ter uytbryding van het Christendom in ons vaderland opbrengen, wierden besteed, om ter beschaving en zedelyke vorming der kinderen in het algemeen, schoolonderwyzers na Zuyd Africa te zenden waartoe men allestints geschikte en van een goede wandel bekende personen zouden moeten verkiezen. Dit zoude ja oneyndig meerder geluk verspryden dan dat men deze penningen thans besteed om wel is waar eenige proselyten voor onzen eerwaardigen godsdienst te maken, dog die voor het overige ondienstige schepselen voor hun zelven en de maatschappy blyven, daar het bovendien nog altyd de vrees, zorg, en aandacht van een gouvernement moet na zich trekken, wanneer een groot aantal menschen zonder genoegzaam bestier, in een schaarsch bewoonde Landstreek by elkanderen vergaderd, zonder bezigheid 〈of〉 belangens en soms door behoeftens gedreven kunnen worden om zoo veele rustverstoorders en stropende vyanden voor de volkplanting te zyn; het welk uit aanmerking van den afstand der hoofdplaats en de militaire magt, van veel ernstiger gevolgen zouden wezen als men by den eersten opslag van het oog wel zouden vermeenen. Wie by voorbeeld zoude durven bepalen tot welke zyde zich deeze menschen zouden voegen, wanneer een vyand in het denkbeeld viel om op de hoogte van de baay Algoa eene inval in de Colonie te doen, en welke gevolgen zoude als dan daar uyt kunnen geboren worden; thans keere ik terug tot ons reysverhaal.Ga naar voetnoot383 Wy reden de zelfde weg als toen wy de zoutpan gingen bezien, houdende | |
[pagina 101]
| |
aan de Coega Rivier ons middagmaal; in onze verdere schoft na de Zondags Rivier hielden wy eene meer na zee gelegen byweg, die men zeide nader te zyn, dat de ondervinding ons dog niet leerde. Wy vonden hier onze op gisteren vooruytgezondene wagens en sloegen aan de overzyde van de vloed ons camp.Ga naar voetnoot384 |
|