Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[4 Mei 1803]WOENSDAG den 4e MEY hielden wy rustdagGa naar voetnoot239 welke werd benuttigd om de mond van Kromme Rivier te gaan bezichtigen, op de doorwaad plaats is de zelve zeer breed en loopt zelden zoo laag af, dat het voor iemand die de weg niet weet, raadzaam is zonder geleide de zelve te passeeren. Men ryd eerst een goed eind dwars en dan in den midden der lengte der rivier na de mond of eindelyk weder dwars over na den oever, de tyd der ebbe waarneemende. Wy bezogten de aan de Rivier leggende plaats (Welgeleegen) van de weduwe Potgieter,Ga naar voetnoot240 vertoefden echter zeer kort aldaar en gingen langs de rechter oever der rivier tot aan deszelfs uitwatering af, welke in de baay de naam van de Kromme Riviers baay dragende, uitloopt. Deeze stroom heeft weder het ongeluk van al de aan ons tot hier toe bekende Afrikaansche Rivieren; namentlyk om door dwars voorleggende zandplaaten eeuwig geslooten te blyven; den uytloop van het water geschied tusschen een menigte banken en by vloed over de zelve. Het strand in de baay is hier vlak; de sterke branding doet echter vermoeden dat er voor de Rivier in zee nog meer plaaten leggen; er is maar eene plaats heel regts in de baay geleegen daar chaloupen des noods met moeite kunnen landen: een gestrand en hier nog in stukken leggend wrak van een boot bewysen het moeilyke landen alhier. Wy vergeleken hier weder onze kaarten en bevonden die van DumenilGa naar voetnoot241 de beste strekking aan te duiden; de hoeve van J. Kock,Ga naar voetnoot242 ons tegenwoordig verblyf, legd echter niet wel aangeweezen. Wy hebben op de plaats zelve de waarleggingGa naar voetnoot243 der plaats ten aanzien van de Zeekoe Rivier en de loop der zelve veranderd en aangeteekend. | |
[pagina 56]
| |
Het was ruim eetentyd toen wy weder gekeerd waren; na het zelve stelde de Gouverneur tot tydpasseering en vermaak der jonge lieden van de Commando's een prys voor die geene welke met een kogel op eene zekere afstand in het wit zoude schieten; het meerendeel dezer jonge Afrikanen zyn goede schutters: zy gaven hiervan heden verscheide kleine proeven. Den avond bragten wy met schryven door terwyl de jonge luy zig met dansen vervrolykten, daar ik ongelukkig deeze maal uythoofde van het menigvuldige schryfwerk geen deel in konde neemen dat my te meer leed deed daar het gezelschap uit zeer lieve nonjesGa naar voetnoot244 bestond welke expres om de Generaal te zien uyt de buurt waren gekomen. |
|