EEn Sparwer, gedraghen onder eenen grooten hoop Valcken, met het woort, Sic maiora cedunt, dat is, Soo moeten de grooter wijcken: dient voor Devijs, om te kennen te geven dat de Edelheyt gelegen is, inde vromicheyt van smenschen hert, ende niet in gelt oft rijckdom, noch oock in groote cracht: volgens den aert vanden Sparwer, wiens edelherticheyt soo groot is, dat hij alle ander voghels, die in sijn gheselschap ghedraghen worden, al zijnse noch veel grooter dan hij, vrij maeckt van tol: die andersins alleen wesende, eenich onghelt souden moeten gheven.