Princeliicke deuiisen
(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon– Auteursrechtvrij
[pagina 382]
| |
Een vroom crijgsheer oft Vorst, dien met sijn cloecke daden,
Oft oock door wijsen raet, en sonder schande oft schaden
Sijn vijant heeft gecrenct, verdreven wt het velt,
En hem benomen heeft sijn macht en groot gewelt,
Soo dat sijn vaderlant vrij is van alle qualen,
Verdient vergelding hoog, die ons staet te betalen:
Des comt hem, nae triomf, en prachtich winst-vertoon,
Voor hem, en sijn geslacht, dees edel Lauwers croon.
En seker, al dat Mars met VVapens can ververwen,
Melt Febi cunst dat niet, tmoet door vergeting sterven.
DE grootste vergelding, oft aldermeesten loon die de oude Romeynen plochten te gheven aen heur Opper-veltheeren, Keysers, Capiteynen ende Ridders, die eenigen slach gewonnen hadden, oft heur selven vromelijc gedragen; was dat sij heur alleenlijck vereerden ende beschoncken (doch elck nae sijn verdienst, staet, lasten ende hoocheyt, oft ampt) met seker schoone Croonen oft Hoeykens: de welcke om dese oorsaecke met eenen ghemeynen naem gheheeten wierden Soldaets-Cranssen, oft Orloochs-Croonen. Van de welcke (mits datse waren als teeckenen ende merken van vromicheyt ende deucht) ick de voorneemste ende edelste her hebbe willen afbeelden ende voor Devijsen stellen: soo wel tot loff ende ghedencken is van den ouden edeldom, als insgelijcx tot vermaeck, vertroosting, hope en de prickelingh van den adel die tegenwoordichlijcken is, den welcken oock tracht ende wenscht om te comen tot de verghelding, ende looning die toebehoort ende oock inghestelt is ter eeren ende | |
[pagina 383]
| |
voordeel vande voorstanders ende beschermers des gemeynen welvaren, dat elckeen bevolen is, ende heur altijts te voorderen oft te bewaren staet. De eerste van dese Croonen, die hier gheschildert is, vertoont de Triomphaele Croon: de welcke gevlochten oft ghebreydt zijnde van groene tacken van Laurier, met sijn Beyen oft Bakelaer, wiert gegeven den genen die in eenen slach de overhant behouden, oft victorie gevochten hadde: ende hem wiert dan door het ghebodt vanden gantschen Roomschen Raet gheoorloft te triomfeeren, dat is, teecken van blijschap te doen, rijdende langs de stadt van Roomen, op eenen Wagen gheseten zijnde, als verwinner van sijn vijanden. Nochtans soo moest hij eerst van alle sijn daden volcomen rekening doen, ende den Rade overleveren, eer hij dees blijschap openbaerlijck toonen mocht; merckelijcken doende blijcken, dat hij den vyandt gantsch verslagen had, te weten datter doot gebleven waren het volle ghetal van vijf duysent menschen, in eenen slach. De voorseyde Triomf-Croon is bij lanckheyt van tijden, als het Keyserrijck begonst te vergaen, verrijckt geweest, ende aen alle canten verciert oft besteken met Peerlen ende costelicke Gesteenten: ende ten laetsten heel verandert van den oprechten Lauwertack, in eenen gegraveerden oft gevlochten Laurier, op gulden oft silvere reepen oft lijsten gewrocht: gelijckmen sien mach in veel medalien oft penningen van oude munten. |
|