Princeliicke deuiisen
(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon– Auteursrechtvrij
[pagina 360]
| |
[pagina 361]
| |
De Slang betoont oock wel, dat voor voorsichtichheyt
Den mensch blijft altijt vrij van onvreed' en van leydt
Den schoonen Oli-tack, en dese coppel Slangen
Heeft dese wijse Vrouw voor heur Devijs gehangen:
Want alsmen't wel bemerct, geen dinck al-hier op aerd
Is wel gebergt, ten zij de VVijsheyt dat bewaert.
DE seer doorluchtighe Hertoginne van Berry, Me-Vrouw Margriete van Vranckrijck, houdt voor haer Devijse den Olijf-tack, met de Slang: bewijsende hier mede, dat alle dingen bestiert, ende gereddert moeten worden door Wijsheyt oft Verstant. |
|