O mensch beroemt u niet op u geleende macht:
Des morghens zijt ghij groot, des avonts cleyn gheacht.
IN den segelrinck van Pompeius de Groote, als Dion verhaelt, waren gegraveert oft ghesneden drij Tropheen, oft Teeckenen van Winst: ghelijck dat oock waren in het signet van Cornelius Sylla. De welcke sonder twijffel van heur ghemaect zijn tot een gedachtenis van hun beyder grootste ende vertellens-waerdichste vrome daden ende victorien die sij eertijts vercregen hadden.