Dees aeren moeten geel oft vael van verwen zijn,
En zijn wel best op heuren ongesiensten schijn.
Een mensch ooc, en voor al een Prins, op deser aerden,
Als hij rijp is en oudt, is in sijn hoochster waerden:
En een ionck bloeyend man luct niet dat hij bestaet,
Ten zij dat hij sich eerst bij d'oude wel beraet.
DEn Heere Horatius Farnesius, van hoogher ende lofwaerdigher ghedachten, wijlen Hertog van Camerino, had voor Devijs vier groene Corenschooven, oft Bundels van onrijpe halmen: ende dat tot een teecken (soo mij dunckt) dat de ionckheyt van een Vorst behoort te comen tot goede ende volmaeckte rijpicheyt, om iet groots wtte rechten.