Anders.
O Griecken, laet den roem van u oud' Argo varen:
Men vinter nu soo veel, die heur-self niet en sparen:
Maer soecken verr' in zee het onbekende lant:
Het Fransch, en t' Engelsch volck, doen't elck aen heuren kant.
Maer ick sie een nieuw schip, een Argo van dees landen
Dat d'onbekende vaert nae Sina heeft op handen.
Gheeft dat Godt de genae', dat sij noch comen weer,
Den Grieck, den Franck, den Brit, sal dat bewijsen eer.
DE Francken oft Fransoysen van oude tijden (het welck hier voortijts een volc was, dat veel ter Zee voer, ende sich met rooverij geneerde, nae het schrijven van Latinus Pacatus, Sidonius Apollinaris, ende Beatus Rhenanus) wouden dat heur hooft-stad Parijs, daer sij meest alle neder geslagen waren, kiesende die voor hun vaste ende meeste woonstede, soude ten eeuwighen dage hebben voor Devise het merck oft teecken van de neeringe, ambacht oft handel die sij dreven. Daerom gaven sij heur voor wapen de schilderij van een Schip: de welcke sij van dien tijt af, tot nu toe altijts behouden ende ghevoert heeft. Ende het is wel te vermoeden, dat dese Franken (nae het setten van Methodius) hier in met de Gepiden over een quamen: de welcke oock voor den tijt der Franken tot heur kenteecken oft Devijs het beelde van een Schip voerden,