de volksopstand van 1969 op curaçao / rebelion di pueblo na aña 1969 na kòrsou
In 1922 legden de havenarbeiders, onder leiding van Felix Chacutu, het werk neer om te protesteren tegen de verlaging van hun loon. De staking liep uit op een gewelddadige konfrontatie tussen arbeiders en soldaten. In 1969 zou de geschiedenis zich herhalen.
Op 30 mei '69 brak er een staking uit bij Wescar in Willemstad, die uitgroeide tot een massale opstand van de bevolking. De reden tot staking was, dat arbeiders die ontslagen waren bij de Shell door de onderaannemer Wescar (Werkspoor Caribean) weer werden aangenomen om hetzelfde onderhouds- en konstruktiewerk voor de Shell te doen. Hun loon daalde daarbij echter met 50%. De arbeiders eisten optrekking van de lonen. Uit solidariteit kondigden de werkers van de Shell een staking van 24 uur af. Voor de raffinaderij verzamelden zich duizenden mensen, die in demonstratie naar de stad trokken. De toegangsweg was echter door een groot politiekordon afgezet. De demonstranten wisten de afzetting te doorbreken. Er vielen meerdere gewonden. De voorzitter van de havenbond, Godett, werd door een politiekogel ernstig gewond. In de stad ontlaadde de menigte haar woede op de buitenlandse bedrijven, die als parasieten de bevolking hadden uitgezogen, op Texas Instruments, op de bank Maduro, op de tax-free shops. Dichte rookwolken hingen in de stad, waar 6 grote gebouwen in brand stonden. Nederlandse mariniers werden ingezet, waaronder 300 manschappen, die extra uit Nederland werden overgevlogen. Met vuurwapens gingen zij de menigte te lijf. De Amerikaanse marine voer tot vlak voor de kust, paraat om in te grijpen. Een vijfhonderdtal demonstranten werd gearresteerd, waaronder de vakbondsleiders Stanley Brown en Nita.