de indianen worden vervolgd / persiguishon dje indjannan
De Indianen werden vervolgd en tot slavernij gebracht. Wie weerstand bood, werd gedood met een wreedheid, die geen grenzen kende. Men bond stro om hun lichamen en verbrandde hen levend. De Spanjaarden wedijverden met elkaar, wie in één zwaardslag een Indiaan middendoor kon klieven. Zelfs pasgeboren kinderen en zwangere vrouwen werden niet gespaard. De vluchtenden werden door jachthonden achterna gezeten en verscheurd. De Indianen poogden de Spanjaarden te verdrijven, maar met hun pijlen konden ze niets uitrichten tegen de veroveraars, die te paard waren en gewapend met lansen en zwaarden. Española werd het bestuurscentrum van de Spanjaarden. Op dit eiland waren 5 grote Indiaanse rijken. Ze werden alle vernietigd. De bewoners werden als slaven in de goud- en kopermijnen te werk gesteld of als lastdier gebruikt. Deze arbeid was zó onmenselijk zwaar, dat binnen enkele jaren de hele oorspronkelijke bevolking van 100.000 mensen van Española omgekomen was. Het tekort aan slaven voor de mijnen werd aangevuld met bewoners van andere eilanden en van Venezuela, die gevangen werden door zg. indieros (Indianenvangers). Bepaalde gebieden werden door de Spaanse kroon tot ‘jachtterrein’ verklaard, nl. van diè Indianen, die geen christenen wilden worden. Dit waren de Cariben. Ook op de ‘islas inútiles’ (eilanden zonder edele metalen), mochten Indianen geroofd worden. Curaçao, Bonaire en Aruba, die in 1502 onder gezag van Alonso de Ojeda waren gesteld, werden in 1513 tot islas inútiles verklaard, waarop de hele bevolking van 2000 mensen naar Española werd gedeporteerd. Ook de Bovenwindse eilanden waren islas inútiles. Zij werden niet door de Spanjaarden gekoloniseerd, omdat zij slechts bij tijden door Indianen werden bewoond en er daarom geen mensen geroofd konden worden voor arbeid op Española.