Wie wil d'r mee naar Oost-Indië varen. Liedjes uit de Compagniestijd
(1991)–A.N. Paasman– Auteursrechtelijk beschermdOostindischvaars liedStem: Als 't begintaant.Daar zal er een scheepje van voren de Palen
Van Amsterdam varen om peper te halen,
Zo wijd over de zee, zo wijd over de zee;
Wie wakker willen kalissen mogen nog mee.
| |
[pagina 15]
| |
Die wakker willen kalissen moeten verkiezen
Te varen, of schandig hun eer te verliezen.
Het beste van twee, het beste van twee;
Wie wakker willen kalissen mogen nog mee.
Al die naar vader noch moeder niet vragen,
Die moeten daar slagen en stoten verdragen.
Al doet het hun wee, al doet het hun wee;
Wie wakker willen kalissen mogen nog mee.
Is er nog iemand eer dat wij afsteken,
Die mee wil varen, die kan er nog spreken,
Ons scheepje leit ree, ons scheepje leit ree;
Wie wakker willen kalissen mogen nog mee.
Hiermede zo schijnen onze zeiltjes te zwellen,
Daarmede zo gaat er dat scheepje aan 't hellen.
Dit gaat naar de zee, dit gaat naar de zee;
Wie wakker willen kalissen mogen nog mee.
Vaart wel, jonkmans, wie zich van schone vrouwen,
Van dronken drinken en spelen kan houwen,
Die leeft hier in vree, die leeft hier in vree;
Wie wakker willen kalissen moeten in zee.
|
|