| |
| |
| |
Aantekeningen
Een nieuw lied, tot lof van een Oostindiëvaarder 7
voois zangwijs; pikbroek met pek bewerkte broek, door matrozen gedragen; haast spoedig; abondant overvloedig; konstabel onderofficier die gaat over geschut en munitie; overluid hardop.
Afscheidslied 9
Aurora (godin van) de dageraad; lichter vaartuig waarmee personen en/of goederen naar een groter schip gebracht worden; boom drijvende balk die haven of vaargeul afsluit; Toren Montelbaanstoren, vanwaar de lichters vertrokken; wast groeit; Neptunus' vloed zee; Neptunus is de god van de zee; Boreas god van de winden; haast spoedig; bruine donkere; Drommel duivel; spelen kaarten.
Een Kalis-lied 12
kalis armoedzaaier; Oosters uit naar de Oostzee; De Straat... in Straat van Gibraltar, dus de Middellandse Zee in; Turk Noordafrikaanse (Barbarijse) zeerover; ontbinden ontvouwen, uitspreken; lekker beet lekkerbek (iemand die ook naar Luilekkerland wil); rijk van Jakatra Oost-Indië; Jakatra was de naam van de Javaanse havenplaats waar Jan Pieterszoon Coen in 1619 Batavia stichtte.
Oostindischvaars lied 14
Palen palen ter afsluiting van een haven, waaraan tevens schepen kunnen meren; kalissen pierewaaien; zich van ... kan houwen zich van ... kan onthouden.
Oostindisch Venus-lied 15
Cupido god van de liefde; converseren verkeren; kan ook erotisch bedoeld zijn; schermutseren schermutselen.
| |
| |
Het beklag van de Amsterdamse lichtmis 17
lichtmis losbandig iemand; naar 't kalfsvel horen achter de trommel aan, dus dienst nemen; als winterkoren winterkoren lijdt namelijk door het winterweer; dartelheid lichtzinnigheid.
Nieuw bootsgezellenlied 18
pooien zuipen; arak soort brandewijn, gemaakt uit melasse, rijst en sap van de arekapalm; toebak tabak.
Matroos' afscheid 20
habijt (deftige) kleding; mag kan; test vuurpot om in stoof te plaatsen; Spek-Jan spotnaam voor Spanjaard en Portugees; oorlof vaarwel.
Afscheidslied 23
principaal voornaamste; Seur waarschijnlijk de (opper)koopman; derde wake derde stuurman; vigilant waakzaam, flink; preekheer ziekentrooster, belast met de geestelijke zorg; onderbarbier onderchirurgijn; bootsman onderofficier met toezicht op de tuigage van de grote mast, tevens toezicht op kwartiermeesters; schieman onderofficier met toezicht op de tuigage van het voorschip; konstabel onderofficier belast met geschut en munitie; pertinent stipt; Neptunus' veld de zee; van familienaam; kwartiermeester onderofficier met dagelijks toezicht op een van de kwartieren (eenheden waarin de bemanning ingedeeld is); abondant ruim voorhanden; vier vuur; bottelier onderofficier met toezicht over levering en uitdeling van drank en spijs; commandeur bevelhebber van de soldaten aan boord; lanspassaat onderkorporaal; provoost onderofficier belast met orde en tucht; zowel politiefunctie als aanklager; overschoer verkeerd; Batavieren stoere Nederlanders; achter de hand dat deel van touw dat bij trekken of vieren achter de hand van de laatste trekkende of vierende man ligt; soldaten helpen dus niet echt bij trekken of vieren; meu tante.
| |
| |
Afb, 10 VOC-schip op gedenkpenning
| |
| |
Op het varen van de Oost-Indiëvaarders 29
kluis kluisgat in de boeg waardoor ankertouw of -ketting gaat; het anker ligt voor de kluis tijdens het varen; kram hoefijzervormige bout of ring; het anker ligt voor de kram wanneer het schip in een haven ligt en met trossen vastgemaakt is; Doeveren Dover; Rosant Roode Zandt, noordelijk deel van Cork Sand; Ambrosius waarschijnlijk worden de Abrolhos bedoeld (voor de Braziliaanse kust).
Reis naar Oost-Indiën 30
Indiaan bewoner van (Oost-)Indië; eêl edel; Cormandeel Coromandel, oostkust van het huidige India; India (Oost-)Indië; fluit oorspronkelijk Nederlands koopvaardijschip, driemaster, voor de vaart naar Oost- en West-Indië; ook voor de interaziatische handel gebruikt; Sumater Sumatra; brave dappere; brulee brandewijn; abondant overvloedig; masak warme alcoholische drank, bereid met eieren en nootmuskaat; haastig spoedig; Hollandse dal Holland; Eolus god van de winden; Triton een van de zeegoden, die door op een hoorn te blazen de golven kon bedaren.
Een nieuw lied 35
Kermisschepen die ten tijde van de najaarskermis uitvaren; Helse Deur een van de Texelse zeegaten, Helsdeur; Boerse dal boerse landstreek, hier Texel; commandeur schip van de vlootvoogd.
Op een meisje van twintig jaren 37
aan de trant op stap; secreten geheim; tas meid; vogeltjes ... schieten liefde bedrijven; Aurora (godin van) de morgenstond; hier, de ochtendzon.
| |
| |
Journaal gehouden naar India 40
Singels Dungeness; Bevesier Beachy Mead; Poortland Portland; Goustaert Start Point; Lesert Lizard; Sorles Sorlings; schiet de hoogtekant bepaal de hoogte, stel de geografische breedte vast bij het bestek maken; Jago Sâo Tiago, grootste der Kaapverdische eilanden; Trinidad eiland ten zuidoosten van Brazilië; Testandi Thun waarschijnlijk Tristan da Cunha, eiland tussen Zuid-Amerika en Kaap de Goede Hoop; Bon Sperance Cap de Bonne Espérance (Kaap de Goede Hoop); San Paulo eiland in de Indische Oceaan tussen Kaap de Goede Hoop en Australië.
Het waarachtig en droevig verhaal 42
klip zandbank; schoot schot als noodsignaal; ongestuim onstuimig; desolaat troosteloos, ontredderd (slaat op de drenkelingen); reên redenen.
Een nieuw lied op een vrouwe matroos 44
zielverkoper ronselaar van matrozen en soldaten; hoorn koehoorn; hiermee kon de vrouw de schijn ophouden dat ze een man was; kardeel touwwerk voor hijsen en strijken van zeilen of onderra's; gepriegeld geranseld; vogelknip geslachtsdeel.
Merkwaardig verhaal van een dienstmaagd 47
zielverkoper ronselaar van matrozen en soldaten; disfortuin ongeluk; haar tegen gingen haar tegenkwam, haar overkwam; straks dadelijk; resolutie beslissing; commandeur aanvoerder van de vloot, of van de soldaten aan boord van het schip; hier wordt waarschijnlijk een hoge koopman bedoeld; des daarom; gebied macht.
Journaal van de fluit Delfshaven 49
fluit driemaster koopvaardijschip voor de vaart naar Oost- en West-Indië; Spaanse Zee Golf van Biskaje; Turk Noordafri- | |
| |
kaanse zeerover; prinsenvlag vlag in de kleuren van de Prins van Oranje (oranje, wit, blauw); halve maan symbool van de islam en wapenteken van het Turkse rijk; bloedvlag aanvalsvlag van kaper: in geval van verzet geen genade; sloegen wel twaalf glazen twaalf maal werd op de scheepsklok aangegeven dat de zandloper gekeerd was; er ging dus twaalf maal een halfuur voorbij; kwartier genade, lijfsbehoud; stuk kanon, vuurmond; veêl vedel, viool; speelden ... veêl gaven hem een koekje van eigen deeg; minnaren jongemannen, verg. vrijers; nevels duister zonden; prinse oorspronkelijk aanspreking in laatste strofe van een gedicht van de ‘prins’ of beschermheer van een rederijkerskamer; hier mogelijk aanspreking van de Prins van Oranje als opperbevelhebber van de Nederlandse vloot.
Een nieuw lied 52
aflopen overmeesteren, muiten; mare tijding; Poep Westfaler; knepen listen; zo jong als oud zowel jong als oud; platen munten; obstinaat kwaadaardig.
Een nieuw lied 54
schoot schot als noodsignaal; Bewindhebbers directeuren (van een Kamer) van de voc.
Een droevig, jammerlijk liedeken 57
met vrezen vreselijk; fielen fielten, schurken; vromen deugdzamen, dapperen; commandeur aanvoerder van de vloot; verstrangen gestrengheid; haast spoedig.
Het lof van Oost-Indiën 61
Aurora (godin van) de morgenstond; haar wagen de zonnewagen; Febus de zon(negod); Indiaan inwoner van Indië; dies daarom; trezoor schat, schatkamer; hyacint bruin-rode half-edelsteen; zeilsteen magneetijzersteen; Gouden Eeuw tijdperk van vrede, geluk en welvaart; pisijnen wateren, baden; abondant
| |
| |
overvloedig; rode barber rabarber; landouwen landstreken; waranden tuinen, parken; wellustig heerlijk; griffioen fabeldier, half adelaar, half leeuw; lori loeri, papegaaiachtige vogel; op de dril aan de wandel; loos sluw; schromelijk schrikwekkend, gevaarlijk; trots niet onderdoend voor; stapel stapelplaats, opslag van goederen; mits door middel van; Nederlandse Raad Raad van Indië; generaal gouverneur-generaal; Roomse monarchij Romeinse rijk; treft overtreft; Gelijk ons Mozes schrijft aan Mozes werden de eerste vijf bijbelboeken toegeschreven, dus ook Genesis met het Paradijsverhaal; perikels gevaren; Turk Noordafrikaanse zeerover; daar zijn baken viert waar het baken waarop hij vaart licht geeft (vier: vuur) fokken en blinden zeilen van de fokkemast en razeilen; jacht klein snelvarend zeeschip toegevoegd aan vloot voor het doen van verkenningen, overbrengen van berichten en dergelijke; schieman onderofficier verantwoordelijk voor de tuigage op het voorschip; konstabel onderofficier verantwoordelijk voor geschut en munitie; busschieter matroos die assisteert bij het geschut; kwartiermeester onderofficier belast met toezicht op eenheid bemanningsleden (kwartier); bottelier onderofficier die verantwoordelijk is voor levering en verdeling van drank en voedsel; soljer soldaat; commandeur bevelhebber van de soldaten aan boord; lanspassaat onderkorporaal.
Matrozenwellekomst op de rede van Batavia 70
aanstoten aankomen met schokkende bewegingen; baren nieuwkomers; arak rijstbrandewijn; bescheid bericht; bravade snoeverij; de potjes ... gaan van gat de pullen worden geheven; loentjes praatjes; schok zestigtal; zestig een schok dertien in een dozijn, niets bijzonders; masak warme alcoholische drank met eieren en nootmuskaat; Ternaatse bonkes strootje (sigaret of lichte sigaar); prachaars prachers, bedelaars of vleiers (de verkopers); padiebier, bier bereid uit rijst(planten)?; liplap pisang denigrerende aanduiding voor iemand van gemengd bloed;
| |
| |
mannade wang (‘di mana ada wang’, of ‘bagaimana ada wang’) waar is geld, hoe kom ik aan geld; boom paal waarmee haven afgesloten kan worden; peurt begint; berappen vragen naar de prijs (‘berapa’: hoeveel?); doding?
Een nieuw lied 73
mestiesje vrouw van gemengd bloed, Euraziatische vrouw; jent bevallig; tas vrouw, meid; vergloesde leden (lees: verglaasde) lichtgekleurde, glanzende lichaam, als geglazuurd?; Spinhuis tuchthuis voor vrouwen; rotting stok van rotan; dartelheid lichtzinnigheid; Duits Nederlands.
Een nieuw lied van een Oostindische juffrouw 76
fury al van de bomen palmwijn; bonkes strootje, soort sigaret; kan ook kort pijpje zijn; pinang noot van de pinangpalm, die samen met betel en kalk gekauwd wordt; mestiesje Euraziatische vrouw; kipersol parasol; pons punch; avous proost (à vous); realen munten (in Batavia 48 stuivers waard).
Een aardig voorval van een jonkman 80
Hans-jol vernederlandsing van Antjol; orembaai een prauw om te spelevaren; straks dadelijk; reverentie deed buiging maakte, eer bewees; bonkes strootje, soort sigaret; Nonje mevrouw of juffrouw, vooral gebruikt bij mestiezen; presentatie eervol voorstel; Slingerland herberg bij monding van Antjol-rivier; schromen vrezen; salette ontvangkamer, salon; kabaai lang baadje, jakje (‘kebaja’); Diana godin van de jacht en van... de kuisheid; Roea Malakka Malakka-straat; op de tril aan de wandel; cassaters bedrogenen (vergelijk cassade: bedrog)?
Een samenspraak 83
hondje lief vrouwtje; koepan koepang of kepeng, munt in Indië; abondant gul.
| |
| |
Een nieuw Oostindisch lied 85
condé haarwrong; gele pink huidskleur geel werd meestal voor mestiezen gebruikt; krabbetjes oorsieraden; gepalleerd opgetooid; zonnegareel of kipersolle parasol; patjolle slaven, huisbedienden (‘patjal’); sanbokke zweep (‘tjambok’); benedictie zegen (erotisch bedoeld); knollen liefkozen of liefde bedrijven.
Oostindische deun 89
nonje juffrouw, hier een mestiesje; banje kassie geef veel (‘kasih banjak’), of veel dank (‘terima kasih banjak’); roepij roepiah (in Batavia 30 stuivers waard); Bonnes nootjes goede nacht; Droes duivel; karonje kreng; Nikker duivel.
Een nieuw Oostindisch lied 91
men hoorde het gewagen: men hoorde de dag aankondigen; arakje rijstbrandewijn; realen munten (in Batavia 48 stuivers waard).
Een nieuw vermakelijk matrozenlied 93
De blauwe vlag sein om het anker te lichten; blinden zeilen onder aan de boegspriet; marszeil middelste zeil aan de mast; prinsenvlag vlag in de kleuren van de Prins van Oranje (oranje, wit, blauw); tegen tegemoet; kwartieren passagieren; abondant overvloedig; pramm'tje borstje.
Een nieuw lied, van Malakka in Oost-Indiën 95
kaliskind armoedzaaier; Zich te voegen zich aan te passen; schijven geldstukken; avoes, amoy proost (à vous, à moi); pons punch; tijgt op de loop gaat op stap; kluis besloten plaats; kochelhuis bordeel; Geweld met zijn engelen de schout met zijn rakkers, de politie; kronk gevangenis; douleuren verdriet; Malakse dal Malakse land; realen munten (48 stuivers).
| |
| |
Oostindischvaarders gezang 97
van geen vos noch keren sluwheid en gedraai (of erotische toespeling?); Chamsgebroed donkere volkeren, nakomelingen van de door Noach verdoemde zoon Cham; geval lot; Hollands dal Hollandse land; liefde-banen liefdesstralen.
Batavia's trant 99
Hollands dal Hollandse land; Chamsgebroed donkere volkeren, nakomelingen van de door Noach verdoemde zoon Cham; tukje maay neuk je moeder (‘tjoeki mai’); maay ponje ponje (mogelijk: ‘mai poeki poeki’) kut van je moeder, of woorden van gelijke strekking; kappen schimpen; Sange beekke ... katte tadie waarschijnlijk: doe dat niet, wat denk je wel, vooruit, niet doen zei ik zojuist (‘djangan bikin begitoe [...], kira apa, ajo, djangan, kata tadi’).
Afscheidslied van Batavia 101
wezen gelaat.
Batavies lied 102
valjant stoer; baaitjes jakjes (‘kebaja’); Sinese Wajang Chinees toneel; serviteur dienaar/dienares; Kom matre?; Pinang pinangnoot, die samen met betel en kalk gekauwd wordt; in 't secrete in het geheim; Kortswijligheid ... valt lol leidt gemakkelijk tot vrijerij; vromen deugdzamen; het vosje strijken ... ruiter op het paard de liefde bedrijven; jent hups; afgedreven bijgedraaid naar de richting waarheen men wil varen; het Fort het Kasteel te Batavia; Sint Niklaas Baai bij de noordwestpunt van Java.
Een nieuw lied 107
brallen met groot vertoon varen, pronken; ongestuim onstuimig.
| |
| |
Matrozenlied 113
gehengenis gedogen, toelaten; Eenvolglijk vervolgens; valjant dapper; Tarken Noordafrikaanse zeerovers; kerven kappen; domineren de heer uithangen; deux aas laag allooi (de laagste worp bij het dobbelen).
Een aardig Oostindisch lied 118
plakken verkeren in gezelschap van de hoeren; ook: zich bezoedelen door de omgang met hoeren; terri-pot pot waarin het overschot zit (‘tjerih’: uitschot, mindere kwaliteit); op 't nieuw fatsoen naar de laatste mode.
Zang aan Cupido 120
Plantie lees: Plantagie, openbare wandelplaats; Maliebaan speelplaats voor een op kolven gelijkend spel.
Een nieuw lied 122
Hitland de Shetlandse eilanden; Vero ook Fero: Färöer; Vinkenstraat straat nabij de Haarlemmerdijk (Amsterdam), maar tevens toespeling op ‘vinken’, liefde bedrijven.
Een nieuw Oostindisch lied 123
achterop achter op het schip, op het halfdek waar de officiers verbleven; mestiesje Euraziatische vrouw; wezen gelaat; Oostindische nachtegaal erotische toespeling; de nachtegaal laten zingen: de liefde bedrijven; biermaat bootje dat eten en drinken verkoopt; geus kleine vlag op de boegspriet; sits met bonte figuren bedrukt of gebeitst katoen; lijnwaad linnen; venusdier hoer.
Een nieuw lied 127
om een trantje om een man op te pikken; sits katoen uit Oost-Indië; hospes waard; venusdieren hoeren; langs het strand kustvaart.
| |
| |
De verbeterde meisjesnering 130
avance treed toe; sits katoen uit Oost-Indië; theeboei kostbare zwarte thee; platen gezeten stevige munten; sjappetouwtje bijnaam van de matroos; schermschool bordeel; spelen met de lier liefde bedrijven; compriesje verbastering van compliee (bondgenoot, medeplichtige)?; bikken en buizen eten en drinken; om te scheuren uitbundig; kluit geld; nijgen buigen uit beleefdheid; hor op; poeder is verhaard geld is verdwenen; al de brui alle gedoe; hui wei, goedkope melkdrank die afgeschept wordt bij het kaasmaken; transport- en schuldbrief verklaring van schuld (ceel) aan een zielverkoper (ceelverkoper).
Een nieuw lied 132
zelderweken bastaardvloek; sitsen van katoen; kanasters gevlochten manden; lacy helaas; trantjes scharreltjes; spelen met het flunsje de liefde bedrijven; gezult ingemaakt; sjappetouwen matrozen; kluiten geldstukken; murw mals, lekker; Men zingt ... om te scheuren Men zingt ... zeer uitbundig; verhaard verdwenen; speldje kleinigheid.
De Oostindische nachtmerrie 137
van kant afwezig; mars korf waarmee marskramer vent; hier: dikke buik; betreden besprongen, gedekt; certein voorwaar; taat vader.
Een nieuw lied 139
het trantje scharrelen; theeboe zwarte thee; vigilant flink; lapper schoenlapper; een avansie aanbieding; mogelijk avantagie: voordeel; bik en buis eet en drink; victoriepop opgesierde pop, de overwinning voorstellende; kwikken linten; sjappetouw matroos; poeier geld; hui goedkope melkdrank, wei; van de brui bedonderd.
| |
| |
Een nieuw lied 143
sjappetouwtjes matrozen; bollen kerels; lap eet en drink; theeboe zwarte thee; domineren de heer uithangen; Trant stap; buizen drinken, zuipen; hospes waard; Konfijt in suiker ingelegde vruchten; voên voeden; op een hond naar de maan, verloren; zieltje zielverkoper, ronselaar; Schijven langen geldstukken aanreiken (lenen); kalisbenden armoedzaaiers.
Oostindischvaarders lied 146
bultzak matras; lichter vaartuig om matrozen naar het grote schip te brengen; Monkelmans steiger steiger waarvandaan men vertrok bij de Montelbaanstoren (woordspel met monken: pruilen); boomklok klok die voor het sluiten van de havenboom geluid werd; boom drijvende paal waarmee men de haven kon afsluiten; domineren de heer spelen; arak rijstbrandewijn; bonkesje strootje, soort sigaret; ook: kort pijpje; haast spoedig; de oude man de oude mens, de oude Adam, qua gedrag niet verbeterd; ranken streken; speld kleinigheid; Indiaanse vaart vaart op Indië; vromen deugdzamen; haast spoedig.
|
|