Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1
(1700)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijX. Hoofddeel.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Scheppinge en de Sabbath of ruste des sevenden daags een Sinnebeeldige vertooning in sig hebben van den gantschen loop van Christus Koningryk, of van de gantsche geduursaamheid der Kerke en haar wedervaren, van Adam af tot de voleindinge der weereld toe. Wy sullen de moeite nemen van hier ook een tafereel naar syne bevatting aan den leser voor oogen te stellen. Ga naar margenoot+Voor af wederspreekt hy den Heer Placaeus, die de Scheppinge geestelyker wyse overbrengt tot het werk Gods, dat hy in den uitverkoren sondaar werkt door syne genade en Geest. Hy stelt het als een misslag in Placaeus, dat hy tot een onderwerp van de geestelyke Schepping neemt HOMINEM A MISERIA LIBERANDUM, dat is, Een mensch, die verlost word uit syn elendigen staat; daar men het moest stellen ECCLESIAM CONSTITUENDAM, dat is, De Kerke Gods, als moetende opgerigt, vastgesteld en allenskens voltooid worden. Waar in hy wel geen ongelyk heeft: dogh dit laatste sluit het eerste geensins uit. Ga naar margenoot+Daar op stelt hy eenige beginselen of stellingen voor af, tot gronden, daar syn gebouw op steunen sal.
Ga naar margenoot+Dese gronden voor af gelegd zynde, verdeelt hy, agtervolgens de VII. dagen van de Schepping, den gantschen tyd der Kerke in VII. Perioden of tydschiftingen.
Waar op hy weggenomen hebbende de swarigheid, die over de ongelykheid der Jaargetallen in dese tydschiftingen, konde gemaakt worden, gaat hy in het volgende Hoofddeel over tot het aanwysen van de verborgentheden der sevendaagse Schepping. |
|