Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1
(1700)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijJohannes d'Outrein, Proef-stukken van heilige sinne-beelden. G. Borstius, Amsterdam 1700
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Herzog August Bibliothek Wolfenbüttel, signatuur: Th 1984:1
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Proef-stukken van heilige sinne-beelden van Johannes d'Outrein in de eerste druk uit 1700.
redactionele ingrepen
Het werk bestaat uit drie delen, de paginanummering gaat van 1 - 64 (het voorwerk), dan 1 - 334 (‘Inleiding tot de proefstukken der heilige sinnebeelden’), dan 1 - 420 (‘De geestelyke arenden’).
Tweede deel
De paginanummering van het eerste deel is tussen de pagina's 280 en 300 niet correct. Het loopt als volgt: 280, 271 tot 279, 290, 291, 282, 283, 294, 295, 286 tot 300. Dit is niet verbeterd.
p. 11: van van → van: ‘die te gelyk dient tot redengeving van het voorgaande’.
p. 11: SCHIDEN → SCHILDEN: ‘worden hier genaamd de SCHILDEN der aarde’.
p. 33: ge-gedagten → gedagten: ‘syne gedagten meermaals over dese verhandeling te laten gaen’.
p. 59: men men → men: ‘God deeld niet spaarsaam uit, als men maar gratig neemt’.
p. 64: dere → andere: ‘(als andere willen)’.
p. 11: met met → met: ‘Van den Hemel en het uitspansel daalt hy met syne gedagten tot de aarde’.
p. 15: ver- verblyde → verblyde: ‘Van syn wensch en verwagting, dat God sig verblyde in syne werken’.
p. 22: speeken → spreeken: ‘Ik sal spreeken, (ja ik sal uitroepen)’.
p. 39, in de noot: hestaan → bestaan: ‘Uit hoe vele leden hunne lighamen bestaan’.
p. 40: onmoeten → ontmoeten: ‘in het geheel geen twee ontmoeten sal’.
p. 56-57: gemaakt gemaakt → gemaakt: ‘Dien, die de hemelen met VERSTAND ge- [p. 57] maakt heeft’.
p. 98: wotd → word: ‘'t Welk door den Digter dus word uitgebreid’.
p. 99: scheldet → scheidet: ‘Hy scheidet de zee en maaktse drooge’.
p. 120, in de noot: cc. De jongen. → cc. De longen.
p. 127: heerlyk-lykheid → heerlykheid: ‘dat hy syn heerlykheid steld in saken’.
p. 134: aalouwde → alouwde: ‘Waar van daan haaren oorsprong hebben de aalouwde onderwysingen’.
p. 137: woorden → woord: ‘En het woord SIN, dat voor aan gesteld word, kan te kennen geven’.
p. 149: het foutieve paragraafnummer ‘d’ is in ‘e’ gewijzigd.
p. 156: onder- derscheid → onderscheid: ‘Dogh de Geleerde Rivet geeft ons ten deele onderscheid aan de hand’.
p. 158, in de noot: Wits. AEgytic → Wits. AEgyptic.
p. 207: ophelde- dering → opheldering: ‘tot opheldering niet alleen van dese, maar ook van andere plaatsen’.
p. 235, in de noot: Eerste dag → Derde dag.
p. 236: de foutieve paragraafnummers LXIII en LXIV zijn verbeterd in LXXIII en LXXIV.
p. 244, in de noot: X Hoofddeel → IX Hoofddeel.
p. 246, 286: op deze pagina's staan grote accolades die meerdere regels overspannen. Dit is in deze digitale versie niet weer te geven, daarom wordt op elke betreffende regel de accolade met de woorden die er op volgen herhaald.
p. 256, in de noot: IX Hoofddeel → X Hoofddeel.
p. 259, in de noot: IX Hoofddeel → X Hoofddeel.
p. 266: het foutieve paragraafnummer VII is in VIII veranderd.
p. 274: in in → in: ‘Valsche sterren, alleen in schyn’.
p. 289: uit uit → uit: ‘Christus word geboren uit een Maagd, en trouwt de Kerk met zyn bloed’.
p. 294: de → der: ‘Voleindinge der Weereld’.
p. 307, in de noot: enkele letters grieks zijn onleesbaar, hier is [...] neergezet.
p. 307: aaarde → aarde: ‘de Koningryken der aarde’.
p. 308: Chri-dom → Christendom: ‘de leere van het Christendom’.
p. 309: welgesteldbeid → welgesteldheid: ‘soo dat de welgesteldheid van syn herte’.
p. 318: met → men: ‘soo siet men een nieuw leven onder haar ontstaan’.
p. 329: geleerheid → geleerdheid: ‘Noodsakelykheid der Sinnebeeldige geleerdheid’.
p. 333: het foutieve strofenummer V is in VI verbeterd.
Derde deel
p. 99: en en → en: ‘gelegen tusschen Caesarea en Joppe’.
p. 133: lich-chaam → lichaam: ‘De schaduw word gemaakt van enig digt of ondoorschynend lichaam’.
p. 156: het foutieve paragraafnummer VI is verbeterd in V.
p. 172: van van → van: ‘het welk by dat van den Palm-en Cederboom vergeleken word’.
p. 186: het foutieve nootnummer b is verbeterd naar d.
p. 195: XII → XI: ‘XI. De bladeren altoos groen’.
p. 223: Chrstus → Christus: ‘Ik vermag alle dingen door Christus, die my kragt geeft’.
p. 240: hy hy → hy: ‘soo gaf hy ook syne Discipulen daar magt toe’.
p. 257: IV → V: ‘V. Afdeeling. Toeëigening van de voorgaande woorden tot betragting van godsaligheid’.
p. 259: grootscheid → grootschheid: ‘die de grootschheid dese levens soo seer vertoonen en navolgen’.
p. 269: Iraël→ Israël: ‘die eertyds in Israël bekend waren’.
p. 285: verbons → verbonds: ‘en Engel des verbonds’.
p. 286: gebeureen → gebeuren: ‘het gene tot die tyd toe gebeuren souwde in de bekende weereld’.
p. 293: geloo- loovige → geloovige: ‘die eigenschappen, die sy met andere geloovige gemeen hebben’.
p. 318: my → myn: ‘Leer my u welbehagen doen, want gy zyt myn God’.
p. 326, in de noot: Merktee- teekenen → Merkteekenen.
p. 366: aangesige → aangesigt: ‘En verwerp my niet van uw aangesigt’.
p. 376: menscheid → menschheid: ‘Tot een voorspel van de inwooning der Godheid in de Menschheid’.
p. 404: op deze pagina staan grote accolades die meerdere regels overspannen. Dit is in deze digitale versie niet weer te geven, daarom wordt op elke betreffende regel de accolade met de woorden die er op volgen herhaald.
p. 405: wysgemaak → wysgemaakt: ‘of die wysgemaakt en onderwesen is’.
p. 412: gerehtigheid → gerechtigheid: ‘wanneer hy beschenen word van de sonne der gerechtigheid’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (I) is niet opgenomen in de lopende tekst.