Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1

[p. 1]

Inleiding tot de Proefstukken der Heilige Sinnebeelden.
Waar in uitvoerig gehandeld word, soo van de Sinnebeeldige Godgeleerdheid in het gemeen, als van de sinnebeeldige verborgentheid van de vij. dagen der scheppinge.

I. Hoofddeel.
Waar in, ter gelegenheid van het 24ste vers van den CIV. Psalm: den inhouwd en oogmerk van dien gantschen Psalm word opengelegd.

§ I. Het syn seer Doorlugtige en sinryke woorden, waar⁺ in de Goddelyke Harpsanger met opgetogenheid syner siele uitberst, na dat Hy sig had besig gehouwden in het beschouwen en aandagtig overdenken van de werken der schepping, onderhouwding en voorsienigheid van God: HOE GROOT SYN UWE WERKEN, O JEHOVA! GY HEBT SE ALLE MET WYSHEID GEMAAKT! DE AARDE IS VOL UWE GOEDEREN!

Over welke woorden, soo op haar selfs, als in haaren samenhang opgemerkt, wy te rade syn geworden, en den leeser niet ondienstig nog onaangenaam oordeelen, ons wat breeder in deese inleiding uit te laten.

§ II. Dewyl nu deselve haare betrekking hebben op alles,⁺

+ De woorden van den Psalmist:

+ De gantsche civ.

[p. 2]

⁺dat in het voorgaande van dit Harpgezang reeds was, en selfs op het gene in 't vervolg nog vermeld word, sal het noodig wesen, dat wy ons over den inhouwd en het oogmerk van den gantschen Psalm alvorens een weinig besig te houwden. Sullende daar in, naar ons gering vermogen en alsoo met ongelyke schreden, ten deele tragten na te volgen het prysweerdig voerspoor, waar op ons de Godgeleerde Heer van Til in het verhandelen van de gewydde Snaarliederen is voorgegaan. Waar toe wy des te meer lust en vryheid vinden, om dat die heer over deesen Psalm syne gedagten nog niet heeft gemeen gemaakt. Sullende het ons geensins wandanken, wanneer, by het uitgeeven van het vierde deel der Psalmen, de kerk van veel wysere en bondigere aanmerkingen door syn Hoogw: sal gediend worden.

+ Psalm wat nader overwogen.