Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren
(1717)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijWijze: Psal. 42.1.
O Fontein! van Heil en Leeven,
Uit wiens vollen oovervloed,
Van den Váder word gegeeven,
Alle ziel-verzaadend goed:
Wijl gy hebt Gods wet vervult,
En vertoont volmaakt gedult,
Als gy zijt aan ‘t kruis geklonken,
Is aan u den Geest geschonken.
2.
‘t Is naar ‘s Váders welbehaagen,
Dat zijn volheid in u woont,
Die uw woord ons voor komt draagen,
Die uw Geest die ziel vertoont,
Welkers leevens-kragt vergaat,
En ten einde moed en raadt
Zig niet houden kan by ‘t leeven,
Maar haar hoop schijnt op te geeven.
| |
[pagina 339]
| |
3.
Uit u, als een bron voortbreeken,
Waat’ren teegens schuld en smet:
Heeft Gods toorn de ziel’ ontsteeken,
Om het wijken van zijn wet,
Vind die zig rondsom bevreest,
Door verslaagentheid van geest;
Dan vind zy, dat in uw wonden
Is ‘t ontslag van schuld der zonden.
4.
Komt uw licht de ziel ontdekken,
Vind zy zig geheel onrein,
Door een meenigte van vlekken;
Uit U (als des Heils-fontein,)
Vloeyt den Geest; haar toegepast;
Die haar van haar smetten wast,
Die haar doet van ‘t quaad afkeeren,
En opciert tot uwer eeren.
5.
Eeven als de klaare stroomen,
Uit een frissche bron gevloeyt,
Vrugtbaar maaken veld en boomen;
Zo word ook uw volk (besproeyt
Door uw Geest) tot vrugtbaarheid
Aangequeekt, en toebereid
Om uw Naame te verhoogen,
Door hun vrugtbaar werk en poogen.
6.
Kan Ga naar voetnoota’t fonteine-nat verquikken,
Die in dorre paaden gaan;
Uwen Geest kan troost beschikken,
En der zielen-dorst verslaan:
Als in ‘t dal van teegenspoed,
Haar ontvalt de kragt en moed,
Komt uw gunst de ziel zo laaven,
| |
[pagina 340]
| |
Dat zy in uw dienst kan draaven.
7.
Ga naar voetnootbLeevende Fontein der Hooven!
Spreng op my uw heilzaam vogt,
Laat my door uw Geest van booven
Eens zoo kragtig zijn bewrogt,
Dat in al mijn woord en daadt
Uitblinkt mijn genaaden-staat,
En ik als een uwer leeden,
Groey in alle vrugtbaarheeden.
|