Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren
(1717)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijWijze: Psal. 15.1.
Wie meldde ooyt wat Iesus min
Zijn uitverkooren volk wil schenken?
‘t Zijn wonderen! verstand en zin
Verliest (als eindig) zig daar in,
Onmagtig die te ooverdenken.
| |
[pagina 217]
| |
2.
Dog schijnt mijn stem en geest vermoeyt,
Om Iesus liefde te verheffen,
Mijn lust gestaadig weer aangroeyt,
Wierd ik maar door zijn Geest bevloeyt!
‘k Zoud nogtans klaar zijn min beseffen.
3.
Het laatste proef-stuk, en ‘t besluit
Van zijne gunst, wil hy bewijzen,
En op het heerlijkst laaten uit,
Aan zijn zoo diergekogte Bruidt,
Als hy haar lichhaam doet verryzen.
4.
Als hy dat lichhaam, dat in stof
Door ‘s doods gewéld was neer-geslaagen,
Opwekt; en beurt in ‘s hémels hof,
Om met de ziel vereent, zijn lof
En liefde, eeuwig te gewaagen.
5.
Zag eens Ga naar voetnootaEzechiël, een veldt
Geheel vervult met dood-gebeente,
Dat leevend’ wierd, is dus voorspelt,
Dat voor den laatsten dag herstelt
Zoud’ werden Israëls Gemeente:
6.
Dat gaf niet een aan ‘t zielen-oog
Van zijne uitverkooren schaaren,
Een duidelijk en klaar vertoog,
Dat zy wiêr geest reeds leefd’ om hoog,
Haar lyf verwékt, ook op zoud vaaren.
7.
Hy had niet slegts zijn ziel voor haar,
Maar ook zijn lichhaam opgegeeven,
Tot losgeld, dat zy van ‘t gevaar,
Naar ziel en lyf, bevrijd, aldaar
| |
[pagina 218]
| |
Om hoog, eens zouden heerlijk leeven.
8.
Hy had betuigt, Ga naar voetnootbdaar ik my vindt,
Aldaar zal ook mijn dienaar woonen,
Al wie my op der aard bemint,
En met my Ga naar voetnootcstrydt en ooverwint,
Zal ik om hoog met vreugde kroonen.
9.
Ga naar voetnootdZoud ‘t hoofd ‘t lichhaam werden een,
Zy moesten opstaan zonder zonden,
Wijl hy, niet slegts in geest gemeen,
Mara ook was Ga naar voetnootevan haar vleesch en been,
En dus op ‘t naauwst aan hen verbonden.
|