Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren
(1717)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijWijze: Psal 42.1.
Iesus! bron van licht en leeven!
Ga naar voetnootaLicht, waar in Gods licht zig toont,
Van den Vader ons gegeeven,
Welkers Ga naar voetnootbvolheid in uw woont;
Tot uw licht, uw vreed’ en schat,
Komt een dor en leedig vat,
Die uw Geest zijn blind- en boos-heid
Zien doet, met zijn magteloosheid.
2.
In uw wonden zie ik oopen
Ga naar voetnootcEen fontein voor schuld en smet:
Tot u kom ik hygend loopen,
Naar u is mijn lust gezet:
Want mijn hert schijnt uitgeteert,
Maar gy lokt mijn ziels-begeert’,
Dat zy zig in u vermaake,
En al ‘t schepsels heil verzaake.
3.
Gy! ô trouwe goede Herder!
Niet maar slegts ten leeven voedt,
Maar uw liefde gaat nog verder,
Gy bezorgt zelfs Ga naar voetnootdoovervloed,
| |
[pagina 66]
| |
Hémels Manna, is het brood,
Waar toe gy uw kind’ren nood:
Drank uit zuiv’re weelde-deeken;
Op dat niets haar zoud ontbreeken.
4.
Gy vergunt haar door uw goedheid
Oovervloed van vreê en vreugd:
Gy verquikt haar met uw zoetheid,
En vernieuwt der zielen jeugd,
Dat s’als Arenden om hoog
Opwaarts heffen hert en oog;
Wijl gy hen die u Ga naar voetnooteverwagten,
Steeds vernieuwt der zielen-kragten.
5.
Gy doet uwen taafel dekken,
Daar gy onder brood en wyn,
Wilt uw kind’ren spys verstrékken,
En tot ziels verquikking zijn:
Zoetste Iesus! leidt my in
Deeze wond’ren van uw min,
Tot ik my geheel verlieze,
En u tot mijn deel verkieze.
|