De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] De Roos en het Vergeet mij niet. Terzet. No XX. Radzivil. Bij-na verscholen onder 'triet, Staat eenzam een Ver- geet mijniet, Schier voor elks oog be-dekt, Schiervoor elks oog be- dekt; Niet ver van daar, op 't bloembed, praalt Een roos, door't Zonne- licht bestraald, Die aller oogen trekt, Die alleroogen trekt, Die aller oogen tredt [pagina 43] [p. 43] 2. Zie sprak het roosje, heerlijk schoon Prijk ik als Flora's lust en kroon, Door elk schier aangebeên; Maar gij kruipt in de schaduw voort, En staat daar aan des waters boord, Naauw merkbaar, gansch alleen. 3. Zijt gij, door geur en kleur en pracht, Als bloemen-Koningin geacht; -- Hernam 't Vergeet mij niet: Weet, dat, wie van de steel u breekt; Daar gij hem pijnlijk wondt en steekt, U toch met weerzin vliedt. Mr. Vorige Volgende