De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1
(1834)–W. Oudshoff– AuteursrechtvrijW. Oudshoff, De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1. Mensing en Van Westreenen, Rotterdam 1834 (herdruk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Stadsbibliotheek Haarlem, signatuur: OK7 Oud.m.A
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de herdruk van De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1 van W. Oudshoff uit 1834. De eerste druk verscheen in 1824.
redactionele ingrepen
p. VI: eu → en: ‘en zoo vervolgens tot andere grondtoonen.’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. π2) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina π1]
DE MUZIKALE
VRIEND DER JEUGD
of
Bevallige Zangstukjes
VOOR HET
OPKOMEND GESLACHT,
ook tot Schoolgebruik.
Uitgegeven
door
W. OUDSHOFF.
Ie. Stukje.
te Rotterdam, bij
MENSING en VAN WESTREENEN.
1834
[pagina 1]
INHOUD.
I. | Gemoedsrust pag | 2 |
II. | Na eene Speelpartij | 4 |
III. | Vreugde en Vriendschap | 6 |
IV. | Tevredenheid | 8 |
V. | Lentelied | 10 |
VI. | Bij de beschouwing der Natuur | 12 |
VII. | Aansporing tot Godsvereering | 14 |
VIII. | Aan eene Beek | 16 |
IX. | De Ruiters list | 18 |
X. | In het voorjaar | 20 |
XI. | Hel schoonste bloempje | 22 |
XII. | Opwekking tot onderling genoen | 24 |
XIII. | Morgenlied | 26 |
XIV. | Avondlied | 28 |
XV. | De Zondag | 30 |
XVI. | De onverwachte terugkomst | 32 |
XVII. | Driestemmige Cànon | 34 |
XVIIb. | Driestemmige Cànon | 35 |
XVIII. | Danklied | 38 |
XIX. | Het zingen | 40 |
XX. | De Roos en het Vergeet mij niet | 42 |
XXI. | De Deugd | 44 |
XXII. | Het waar Genoegen | 45 |
Aanwijzingen van de hoofdtoonen der klankladders | 48 |