De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
2.Dra staat hel al in vollen bloei,
Natuur herneemt haar kracht en groei,
Lokt ons verheugd naar buiten.
Dra zal zij weêr
Gelijk weleêr
Haar voorraadschuur ontsluiten.
| |
3.Wij staan verrukt, en slaan hel oog
Met dankbre blijdschap naar omhoog,
Daar woont de Heer der Heeren,
Wiens Vaderhand
In schoonen stand,
De Lente weer deed keeren.
|
|