De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 8]
| |
[pagina 9]
| |
2.Men moog den mam benijden,
Die leeft in overvloed;
Ook hij heeft vaak te strijden
Met ramp en tegenspoed;
Naar rijkdom slechts te streven,
Heeft menigeen misleid,
Daar slechts de vreugd van 't leven,
Woont bij tevredenheid.
| |
5.'k Lach dus wat met de grillen
Van menig, die misnoegd
Steeds meer zou hebben willen
Dan hem werd toegevoegd:
't Slaat in ons hart geschreven,
Waar 't waar geluk ons beidt
Door heel ons aardsche leven; -
Slechts bij tevredenheid.
|
|