Kamers, kunst en competitie
(2001)–J.B. Oosterman, B.A.M. Ramakers– Auteursrechtelijk beschermdTeksten en documenten uit de rederijkerstijd
[pagina 37]
| |
Eduard de Dene: Voorwoord bij de Rhetoricale wercken van Anthonis de RoovereAan alle liefhebbers van de kunst van Retorica. E. de Dene wenst hun zegen en voorspoed en groet hen van harte.
In de voorbije tijden zijn er verschillende personen geweest, jong en oud, die zich van tijd tot tijd hebben bekwaamd in en beziggehouden met de eervolle, geestrijke en prijzenswaardige kunst van retorica in de Vlaamse taal, die nooit perfect geleerd kan worden. Dit geldt wel in het bijzonder voor de hoog te eren vader en meester Anthonis de Roovere, zaliger gedachtenis. Hij was zelfstandig metselaar van beroep, inwoner van Brugge en daar als poorter geboren. Hij was door de genade van God briljant van geest en dat heeft zich ten volle gemanifesteerd in de genoemde kunst en in het schrijven van verschillende stukken, die het stellig verdienen hoog geprezen en in het licht gebracht te worden. Ze mogen niet in de schaduw blijven staan (ook niet door ouderdom van de teksten of gebrek aan belangstelling bij hen die het werk niet kennen). Ze verdienen dit al helemaal niet, omdat veel van zijn werken doortrokken zijn van goede, deugdzame en oprechte vermaningen, de beschaafde welgemanierdheid prijzen, en op de manier van een liefhebbende moeder alle slechtheid bestraffen en schande spreken van de lichtzinnige en bedriegelijke praal van de wereld. Zijn werk verdient het om geprezen te worden. Bovendien zien we dat er in Frankrijk vroeger verschillende vermaarde, uitzonderlijke en beroemde kunstenaars in de kunst van retorica geweest zijn, die de kunst hoog achtten en schreven in de Franse taal, die zeer fraai en bruikbaar is. Vele werken van deze grote dichters, genaamd François Villonaant. uit Parijs, Clement Marot,aant. Jean Molinetaant. en diverse andere geïnspireerde en gelauwerde dichters, zijn in druk verschenen, waardoor ze zowel daar als hier voor mensen beschik- | |
[pagina 38]
| |
baar zijn voor een goede tijdspassering. Omdat dit alles het geval is, heb ik uit de liefde die ik deze kunst toedraag en als tijdverdrijf, mij erop toegelegd om overal waar ik ze maar te pakken kon krijgen, afzonderlijke teksten van Anthonis de Roovere (die een Vlaamse dichter was) te verzamelen en bij elkaar te plaatsen. Een gedeelte daarvan heb ik uit zijn eigen oude handschriften gekopieerd, andere heb ik overgenomen uit het handboek van een achtenswaardige poorter van Brugge, die goed bevriend was met De Roovere en hem vaak ontmoette en die veel van diens handschriften te leen kreeg om gedichten uit over te schrijven. Ik heb deze teksten verzameld om ze vervolgens te laten drukken in een soort handboek, zodat ze in de Vlaamse taal verspreid kunnen worden, precies zoals met de eerdergenoemde Waalse boekenaant. is gebeurd. Ze verdienen dit net zo goed als de werken van die andere, hiervoor genoemde dichters (zonder hun tekort te willen doen). Zij waren meester in de wetenschappen van de scholastiek, terwijl De Roovere maar een eenvoudige leek was die niet gestudeerd had en die als gewone ambachtsman de kost verdiende. Hij beheerste enkel en alleen zijn Vlaamse moedertaal, maar daarmee heeft hij desondanks zijn retoricale werk zo sierlijk kunnen opsmukken en uitvoeren, dat hem tijdens een bepaalde algemene samenkomst, een rederijkersfeest dat in Brugge werd gehouden, een prijs is toegekend en de titel is verleend van prins der retorica, al was hij pas zeventien jaar oud. Hij verdiende deze prijs met zijn retoricale antwoord op de vraag: ‘Kan het hart van een moeder liegen?’ Vanaf dat moment groeide en bloeide hij op als kunstenaar en verwierf hij groot inzicht en kennis op het gebied van geestelijke verhandelingen en betogen over de moraal (zoals een weelderige laurier die door Minervaaant. werd geplant). Hij maakte later ook een prachtig Lof vans het Heilig Sacrament, waarvoor vele geleerden bewondering toonden en dat tenslotte na onderzoek goed werd bevonden en in overeenstemming met de geloofs- | |
[pagina 39]
| |
leer. Om dit te benadrukken werd het officieel goedgekeurd en mocht het voor iedereen toegankelijk worden tentoongesteld in de Heilige Kerk, om zodoende het geloof van iedereen te verdiepen. Hij heeft zich hierdoor grote roem verworven en men noemde hem voortaan Vlaamse Leraar en Dichterlijke Rederijker. Zo zult gij, beminde lezer, in dit lofdicht en in verschillende andere werken van hem, veel aangenaams proeven en veel waars aantreffen. Blijf hierdoor onder de hoede van de Heer en aanvaard mijn eenvoudige maakwerk in dank, opdat mijn schamele welsprekendheid zich ten beste mag keren en nuttig zal zijn. Het ga u goed, nu en tot in eeuwigheid. |
|